B
De thermostaatknop instellen
• De koelkast wordt geregeld met een thermostaatknop die zich in de rechter bovenhoek van het apparaat
bevindt. Draai de knop vanaf de stand STOP (UIT) naar een hoger cijfer voor een koudere temperatuur.
De knop kan worden ingesteld op een stand tus-sen 1 en 6.
• Een hogere stand op de knop (hoger cijfer) betekend een lagere temperatuur (kouder) in alle vakken
van het apparaat.
• Een wijziging in de omgevingstemperatuur heeft een impact op de temperatuur binnenin het appraat.
Stel de thermostaatknop in op een gepaste stand afhankelijk van de omgevingsomstandighden.
• Het apparaat werkt niet in de stand STOP (UIT) (het koelsysteem is uitgeschakeld), maar de voeding
wordt niet onderbroken.
• Stel de thermostaatknop in op de middelste stand om -18 °C in het vriesvak te hebben.
Opmerking:
Als het apparaat is uitgeschakeld. wacht miristens 5 minuten voordat u het
apparaat opnieuw inschakelt of de stekker opnieuw in het stopcontact steekt. Dit
zorgt ervoor dat het beveiligingsmechanisme in de compressor terug wordt gezet.
•
Als de compressor niet naar behoren wordt ingeschakeld, haal de stekker uit het stopcontact en
wacht 5 minuten voordat u het apparaat opnieuw op de voeding aansluit. De compressor moet
ervolgens normaal opstarten.
•
De bewaartemperatuur kan worden beïnvloed door:
•
De kamertemperatuur.
•
De frequentie van het openen van de deur.
•
De hoeveelheid bewaarde levensmiddelen.
•
Positie van het apparaat.
• Tijdens het instellen van een gepaste temperatuur, houd rekening met alle factoren die hierboven
zijn vermeld.
Temperatuurindicator
• Het apparaat is voorzien van een tem-peratuurmeter die in de koudste zone is geplaatst.
• Voor een goede bewaring van de levensmiddelen, zorg dat OK in de temperatuurindicator is
weergegeven.
Het apparaat gebruiken
17
NL