NEDERLANDS
•
Houd snij- en zaaggereedschap scherp en schoon. Goed onderhouden zaaggereedschap met scherpe
snijvlakken loopt minder snel vast en is gemakkelijker onder controle te houden.
•
Gebruik het elektrische gereedschap, de accessoires en gereedschapsonderdelen enz. in
overeenstemming met deze instructies, waarbij u rekening houdt met de werkomstandigheden
en de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd. Gebruik van het elektrische gereedschap voor
werkzaamheden die anders zijn dan het bedoelde gebruik, kunnen leiden tot een gevaarlijke situatie.
•
Het gereedschap moet te allen tijde in een veilige omgeving onderhouden worden en regelmatig door getraind
personeel worden gecontroleerd op schade en werking. Demontage-werkzaamheden moeten altijd door
getraind personeel worden uitgevoerd. Demonteer het gereedschap niet zonder eerst de onderhoudsinstructies
te raadplegen.
•
Maak nooit wijzigingen aan het gereedschap. Een wijziging van het gereedschap die wordt uitgevoerd door de
klant, is voor de verantwoordelijkheid van de klant en doet de garantie vervallen.
•
Verwijder de accu uit het gereedschap voordat uw onderhoud uitvoert, het neusstuk wisselt, plaatst of verwijdert.
•
Controleer voor gebruik op verkeerde uitlijning en het vastlopen van bewegende onderdelen, breuk van
onderdelen en andere omstandigheden die de werking van het gereedschap nadelig kunnen beïnvloeden.
Laat het gereedschap, als het is beschadigd, repareren, voordat u het weer gebruikt. Verwijder voor gebruik alle
inbussleutels of steeksleutels.
•
Controleer de accu voor gebruik op schade. Laat de accu niet vallen. Een harde val kan interne schade
veroorzaken en de levensduur van de accu verkorten.
•
Houd het werkgebied schoon en goed verlicht.
•
Draag geschikte kleding. Draag geen losse kleding of sieraden. Houd uw haar, kleding en handschoenen weg bij
bewegende onderdelen. Losse kleding, sieraden en lang haar kunnen bekneld raken in bewegende onderdelen.
•
Zet uw voeten stevig neer in een stabiele positie voordat u het gereedschap gebruikt.
•
Gebruikers en andere personen op de werkplek moeten een ANSI Z87.1 CAN/CSA Z94.3 of andere goedgekeurde
veiligheidsbril met zijschilden dragen. Draag tijdens gebruik altijd een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
•
Er is voldoende ruimte nodig voor de handen van de gebruiker.
•
Bedien geen gereedschap dat richting andere personen staat gericht.
•
Gebruik het gereedschap NIET als het neusstuk is verwijderd.
•
Gebruik het gereedschap of de lader niet in een explosieve omgeving waar het kan worden blootgesteld aan
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
•
Gebruik het gereedschap of de lader niet in een omgeving waar het kan worden blootgesteld aan vocht of
regen om het risico op een elektrische schok te voorkomen.
•
Misbruik het gereedschap niet door het te laten vallen of het als hamer te gebruiken.
•
Houd stof en vuil uit de ventilatieopeningen van het gereedschap omdat dit een storing kan veroorzaken.
•
Houd de handgreep droog, schoon en vrij van olie en vet.
•
Houd uw handen uit de buurt van de bedieningsschakelaar wanneer u het gereedschap verplaatst om
incidenteel opstarten te voorkomen.
•
Laat het gereedschap nooit onbeheerd achter.
•
Verwijder de accu als het gereedschap niet wordt gebruikt.
1.6
GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ACCUGEREEDSCHAP
•
Gebruik alleen de lader die door de fabrikant wordt opgegeven. Een lader die geschikt is voor één
accutype, kan een risico op brand veroorzaken indien gebruikt met een andere accu.
•
Gebruik elektrische gereedschappen uitsluitend met speciaal omschreven accu's. Gebruik van andere
accu's kan leiden tot letsel en brandgevaar.
•
Houd de accu wanneer deze niet in gebruik is, weg bij andere metalen voorwerpen zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen die een verbinding van het
ene contactpunt met het andere tot stand kunnen brengen. Het kortsluiten van de accucontactpunten kan
brandwonden of brand veroorzaken.
150