• Kinderen op een afstand houden van de betonmixer.
• Jongeren onder 16 jaar mogen de betonmixer niet bedienen
• Mixer alleen gebruiken voor de onder "reglementaire
toepassing" vermelde werkzaamheden.
• Machine of delen aan de machine niet veranderen.
• Defekte of beschadigde delen aan de machine onmiddellijk
vervangen.
• Inbedrijfstelling van de mixer alleen met volledige en
onbeschadigde veiligheidsinrichtingen.
• Niet in de lopende mengtrommel grijpen
(
roterende
menggereedschap).
Voldoende veiligheidsafstand naar de
mengmachine in acht nemen. Ieder contact met draaiende of
beweegde machinedelen voorkomen.
• Alleen bij lopende motor de mengtrommel vullen en leeg
maken.
• Draairichting van de mengtrommel inachtnemen.
• Verander het toerental van de motor niet, omdat dit de veilige
maximum werksnelheid regelt en de motor en alle draaiende
delen tegen schade door te hoge snelheid beschermt.
• Betonmixers, die door de fabrikant niet voor de werking als
aanhanger zijn bedoeld, alleen met de hand trekken.
• In elk geval het stekker uit het
stopcontact trekken voor:
− verplaatsen en transport
− reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
− bij storingen
− controle van de aansluitleidingen, of deze verstrengeld of
beschadigd zijn
− het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd)
• Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
− Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig
worden
beschermingsvoorzieningen
onderdelen foutloos en volgens de voorschriften
functioneren.
− Controleer of alle bewegende delen van de machine goed
functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle
delen moeten juist gemonteerd zijn en goed functioneren
om de machine correct te laten werken.
− Beschadigde bescherminrichtingen en -delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerkplaats
gerepareerd of verwisseld worden.
− Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
worden vervangen.
• Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte, buiten
het bereik van kinderen.
Randgeaarde betonmixer
(beschermklasse II)
• Inbedrijfstelling alleen met volledige en vast gesloten
bekleding.
• De beschermklasse II blijft alleen behouden wanneer er bij
de reparatie originele isolatiestoffen gebruikt worden en de
isolatieafstanden niet worden veranderd.
onderzocht
of
de
en
licht
beschadigde
Elektrische veiligheid
Bij niet inachtneming bestaat levensgevaar!
• Uitvoering van de aansluitleidingen overeen-komstig IEC
60245-4:1980 (DIN 57 282) met de kentekening H07 RN-F of
gelijkwaardige con-structies. Aderdoorsnede ten minste
3 x 1,5 mm² tot max. 25 m lengte aderdoorsnede ten minste
2,5 mm².
• Alleen aansluitleidingen met een tegeen spatwater
beschermde
rubberen
omstandigheden
gebruiken.
• Lange
en
dunne
aansluitkabels
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximaal vermogen
niet meer, de werking van het toestel wordt gereduceerd.
• Bij toepassing van een kabelhaspel de kabel geheel
afwikkelen.
• Aansluitleidingen niet voor doeleinden toepassen, voor die ze
niet bestemd zijn. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of
scherpe randen. Aansluitleiding niet voor een uittrekken van
de steker uit het stopcontact gebruiken.
• Aansluitleidingen voor gebruik op defecte plaatsen of
veroudering onderzoeken.
• Nooit defecte aansluitleidingen gebruiken.
• Bij het leggen van de aansluitleiding erop letten dat deze
niet gekneusd of geknikt wordt en dat de stekerverbinding niet
nat wordt.
• Geen provisorische elektroaansluitingen gebruiken.
• Veiligheidsinrichtingen nooit overbruggen of buiten werking
zetten.
• Toestel slechts via een aardlekschakelaar
aansluiten: 30 mA.
De
elektroaansluiting
elektroaansluiting
moet
elektricien
plaatsvinden,
voorschriften
in
veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen.
Reparaties aan elektrische delen van de machine
moeten door de fabrikant c.q. door deze benoemde
bedrijven plaatsvinden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico's voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.
Inbedrijfstelling
Alle veiligheidsinstructies inachtnemen.
Opstellen van de machine:
• De betonmixer alleen op een stevige, vla
kke (kipveilige) ondergrond plaatsen en in
werking stellen.
• Het zinken van de machine in de bodem vermijden.
Ongevallenpreventievoorschrif-ten (kipgevaar).
• Let er bij het plaatsen van de machine op, dat een
onbelemmerd leegmaken van de mengtrommel gegarandeerd
is.
stekerinrichting
voor
moeilijke
zorgen
voor
c.q.
reparaties
aan
door
een
geautoriseerde
waarbij
de
plaatselijke
het
bijzonder
m.b.t.
een
de
de
79