Alarmmeldingen
Alarmmeldingen worden in het rechter display [18]
weergegeven door een codenr. Op het display wordt
ALARM [19] weergegeven.
Codenr.
Oorzaak
EE1
Kritiek bankbiljet gedetecteerd.
Te geringe of ontbrekende ultraviolette
aandelen in het bankbiljet.
EE2
Kritiek bankbiljet gedetecteerd.
Te geringe of ontbrekende magnetische
aandelen in het bankbiljet.
EE4
Bankbiljet als half bankbiljet gedetec
teerd.
De linker/rechter sensor voor het tellen
van bankbiljetten is verontreinigd of be
schadigd.
EE5
Aan elkaar klevende bankbiljetten gede
tecteerd (double).
EE6
Kritiek bankbiljet gedetecteerd.
Magnetische aandelen op ongebruikelij
ke posities in het bankbiljet gedetec
teerd.
EE7
Bankbiljet is scheef ingevoerd.
EE9
De breedte van het bankbiljet is meer
dan 85 mm.
EEA
Aan elkaar hangende bankbiljetten ge
detecteerd (chain).
36
Maatregel
Verwijder het kritieke bankbiljet uit het uit
voervak [5].
Druk op de toets RESET [13] om verder te gaan
met tellen.
Verwijder het kritieke bankbiljet uit het uitvoervak [5]
en controleer de bankbiljetten op beschadigingen.
Druk op de toets RESET [13] om verder te gaan
met tellen.
Reinig de sensor.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u de aan
wijzingen in het hoofdstuk „Garantie" in acht.
Stel de aandrukking van de inlegplaat in.
Controleer of de bankbiljetten aan elkaar kleven.
Start het tellen opnieuw.
Verwijder het kritieke bankbiljet uit het uit
voervak [5].
Druk op de toets RESET [13] om verder te gaan
met tellen.
Plaats het bankbiljet weer in het inlegvak [4].
Druk op de toets RESET [13] om verder te gaan
met tellen.
Verwijder het kritieke bankbiljet uit het uit
voervak [5].
Druk op de toets RESET [13] om verder te gaan
met tellen.
nB