Werking Van De Drukverhogingsinstallatie - Wilo SiBoost Smart Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Ocultar thumbs Ver también para SiBoost Smart:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 209
Nederlands
Montageset membraandrukvat
(Fig. 3 resp. Fig.5):
• Membraanexpansievat (9) met afsluitbare
doorstroomarmatuur (10)
Montageset druksensor aan de perszijde
(Fig. 2a en 2b)/ voor installaties met frequentie-
regeling op elke pomp (SCe) ook aan de toe-
voerzijde (Fig. 6d en 6e):
• Manometer (11)
• Druksensor (12a)
• Elektrische aansluiting, druksensor (12b)
• Leegmaken/ontluchting (16)
• Afsluitkraan (17)

6.3 Werking van de drukverhogingsinstallatie

Seriematig zijn drukverhogingsinstallaties van
Wilo van de serie SiBoost Smart met normaalzui-
gende meertraps hogedrukpompen met of zonder
geïntegreerde frequentie-omvormer uitgerust.
Deze worden via de toevoer-verzamelleiding
voorzien van water.
Bij speciale uitvoeringen met zelfaanzuigende
pompen of in het algemeen tijdens de afzuigmo-
dus uit lager gelegen reservoirs dient voor elke
pomp een aparte, vacuüm- en drukvaste zuiglei-
ding met voetventiel geïnstalleerd te worden.
Deze aanzuigleiding dient continu stijgend van de
tank naar de installatie te verlopen.
De pompen verhogen de druk en pompen het
water via de persverzamelleiding naar de verbrui-
ker. Hiervoor wordt deze in-/uitgeschakeld resp.
geregeld op basis van het drukniveau. Door de
druksensor wordt continu de werkelijke waarde
van de druk gemeten, naar een stroomsignaal
omgezet en aan het regelsysteem overgedragen.
Door het regelsysteem worden, afhankelijk van de
behoefte en het regelingstype, de pompen in-,
bij- of uitgeschakeld. Bij gebruik van pompen met
geïntegreerde frequentieomvormer wordt het
toerental van een of meer pompen gewijzigd tot-
dat de ingestelde regelparameters zijn bereikt.
(voor een meer gedetailleerde beschrijving van
het regelingstype en het regelproces, zie de
inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
regelsysteem).
Het totale debiet van de installatie is verdeeld over
meerdere pompen. Het grote voordeel hiervan is
dat het installatievermogen aan de daadwerkelijke
behoefte wordt aangepast en de pompen telkens
in het meest optimale vermogensbereik worden
gebruikt. Door dit ontwerp bereikt men een hoog
rendement en een spaarzaam energieverbruik van
de installatie.
De pomp die het eerst aanloopt noemt men de
basislastpomp. Alle andere pompen die vereist zijn
om het bedrijfspunt van de installatie te bereiken
noemt men pieklastpomp(en). Bij dimensionering
van de installatie voor drinkwatervoorziening
conform DIN 1988 moet een pomp als reserve-
pomp worden gepland, d.w.z. bij maximale afname
is er steeds nog één pomp buiten bedrijf resp.
beschikbaar.
14
Voor een gelijkmatig gebruik van alle pompen
voert de regeling een voortdurende pompwisse-
ling uit, d.w.z. de volgorde van inschakeling en
de toewijzing van de functies basislast-,pieklast-
of reservepomp wisselen regelmatig.
Het gemonteerde membraandrukvat (totale
inhoud ca. 8 liter) oefent een zekere bufferwer-
king op de druksensor aan de perszijde uit en ver-
hindert een oscillatie van de regeling bij het in- en
uitschakelen van de installatie. Deze zorgt echter
ook voor een geringe aftapping van het water
(bijv. bij kleine lekkage) uit de beschikbare voor-
raad zonder de basislastpomp in te schakelen.
Daardoor wordt de schakelfrequentie van de
pompen verlaagd en is de bedrijfstoestand van de
drukverhogingsinstallatie stabiel.
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging!
De pompen mogen ter bescherming van de
mechanische afdichting resp. van de glijlagers
niet drooglopen. Droogloop kan tot lekkage van
de pomp leiden!
Bij installaties met frequentieregeling op elke
afzonderlijke pomp (SCe) wordt de voordruk van
de druksensor aan de toevoerzijde bewaakt en
als stroomsignaal aan de besturingseenheid
overgedragen. Bij een te geringe voordruk treedt
er een storing op in de installatie en worden de
pompen gestopt. (Gedetailleerde beschrijving,
zie inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
regelsysteem.)
Voor installaties zonder frequentieregeling op
elke pomp (SC en SC-FC) zijn als toebehoren voor
de directe aansluiting op het openbare waterlei-
dingnet verschillende kits voor droogloopbeveili-
ging (WMS) (14) (Fig. 6a en 6b) met geïntegreerde
drukschakelaar (22) beschikbaar. Deze drukscha-
kelaar bewaakt de aanwezige voordruk en geeft
bij te lage druk een schakelsignaal door aan het
regelsysteem.
Aan de toevoer-verzamelleiding is hiervoor serie-
matig een montageplaats aanwezig.
Bij de indirecte aansluiting (systeemscheiding
door drukloze breektank) dient in de breektank
een niveauafhankelijke signaalgever als droog-
loopbeveiliging te worden aangebracht. Bij
gebruik van een Wilo-breektank (zoals in Fig. 13a)
is een vlotterschakelaar reeds in de leveringsom-
vang inbegrepen (zie Fig. 13b).
Voor ter plaatse beschikbare reservoirs biedt het
Wilo-programma verschillende signaalgevers om
achteraf te installeren (bijv. vlotterschakelaar
WA65 of watergebrek-elektroden met niveau-
relais).
WAARSCHUWING! Gezondheidsrisico!
Gebruik voor drinkwaterinstallaties materialen
die de kwaliteit van het water niet aantasten!
WILO SE 08/2018

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido