44 | Nederlands
(voor werkzaamheden met automatisch waterpassen). On-
middellijk na het inschakelen zendt het meetgereedschap la-
serlijnen uit de laserstraalopeningen 1.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, duwt u de
aan/uit-schakelaar 7 in de stand „off". Als u het meetgereed-
schap uitschakelt, wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane bedrijfs-
temperatuur van 45 °C vindt uitschakeling plaats om de laser-
diode te beschermen. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.
Automatische uitschakeling deactiveren
Als er gedurende ca. 30 minuten geen toets op het meetge-
reedschap wordt ingedrukt, wordt het meetgereedschap au-
tomatisch uitgeschakeld om de batterijen te ontzien.
Als u het meetgereedschap na de automatische uitschakeling
weer wilt inschakelen, kunt u de aan/uit-schakelaar 7 eerst in
de stand „off" duwen en het meetgereedschap vervolgens
weer inschakelen, of u drukt eenmaal op de functietoets 5 of
de toets Pulsfunctie 3.
Als u de automatische uitschakeling wilt deactiveren, houdt u
de functietoets 5 gedurende minstens 3 seconden ingedrukt
terwijl het meetgereedschap ingeschakeld is. Als de automa-
tische uitschakeling gedeactiveerd is, knipperen de laserstra-
len kort ter bevestiging.
Als u de automatische uitschakeling wilt activeren, schakelt u
het meetgereedschap uit en weer in, of u houdt in plaats daar-
van de functietoets 5 minstens 3 seconden ingedrukt.
Geluidssignaal deactiveren
Na het inschakelen van het meetgereedschap is het geluids-
signaal altijd geactiveerd.
Als u het geluidssignaal wilt deactiveren of activeren, drukt u
tegelijkertijd de functietoets 5 en de toets Pulsfunctie in 3 en
houdt u deze minstens 3 seconden ingedrukt.
Bij het activeren en deactiveren klinken drie korte geluidssig-
nalen ter bevestiging.
Functies
Het meetgereedschap beschikt over drie functies. U kunt op
elk gewenst moment tussen de functies wisselen:
– Horizontale functie: brengt een horizontaal laservlak voort,
– Verticale functie: brengt een verticaal laservlak voort,
– Snijlijnfunctie: brengt een horizontaal en een verticaal la-
servlak voort.
Na het inschakelen bevindt het meetgereedschap zich in de
horizontale functie. Als u van functie wilt wisselen, drukt u op
de functietoets 5.
1 609 92A 0KK | (7.5.14)
All manuals and user guides at all-guides.com
Alle drie functies kunt u met of zonder automatisch nivelleren
kiezen.
Pulsfunctie
Voor werkzaamheden met de laserontvanger 17 moet – onaf-
hankelijk van de gekozen functie – de pulsfunctie worden ge-
activeerd.
In de pulsfunctie knipperen de laserlijnen met een zeer hoge
frequentie en kunnen daardoor door de laserontvanger 17
worden gevonden.
Als u de pulsfunctie wilt inschakelen, drukt u op de toets 3. Als
de pulsfunctie ingeschakeld is, brandt de indicatie 4 groen.
Voor het menselijke oog is de zichtbaarheid van de laserlijnen
verminderd wanneer de pulsfunctie ingeschakeld is. Voor
werkzaamheden zonder laserontvanger schakelt u daarom de
pulsfunctie uit door de toets 3 opnieuw in te drukken. Wan-
neer de pulsfunctie uitgeschakeld is, gaat de indicatie 4 uit.
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch nivelleren
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de houder 19 of het statief 22.
Duw voor werkzaamheden met automatisch waterpassen de
aan/uit-schakelaar 7 in de stand „
Door het automatisch waterpassen worden oneffenheden
binnen het zelfwaterpasbereik van ±4° automatisch gecom-
penseerd. Het waterpassen is afgesloten zodra de laserlijnen
niet meer bewegen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 4° van de waterpaslijn afwijkt, beginnen de laserlij-
nen in een snel ritme te knipperen. Als het geluidssignaal ge-
activeerd is, klinkt maximaal gedurende 30 seconden een ge-
luidssignaal met een snel ritme. Binnen 10 seconden na het
inschakelen is dit alarm gedeactiveerd om het instellen van
het meetgereedschap mogelijk te maken.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en wacht
het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap zich bin-
nen het zelfwaterpasbereik van ±4° bevindt, schijnen de la-
serstralen continu en wordt het geluidssignaal uitgeschakeld.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw genivel-
leerd. Controleer na opnieuw nivelleren de stand van de hori-
zontale en verticale laserlijn in relatie tot de referentiepunten
om fouten te voorkomen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Duw voor werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
de aan/uit-schakelaar 7 in de stand „
waterpassen uitgeschakeld is, brandt de indicatie 6 rood en
knipperen de laserlijnen gedurende 30 seconden in een lang-
zaam ritme.
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het
meetgereedschap in uw hand houden of op een schuine on-
dergrond plaatsen. In de snijlijnfunctie verlopen de twee la-
serlijnen niet meer noodzakelijk loodrecht op elkaar.
on".
on". Als automatisch
Bosch Power Tools