Pictogrammen; Inspectie Vóór Gebruik - RIDGID SuperFreezer SF-2300 Manual De Instrucciones

SuperFreeze®-Pijpbevriezers
Figuur 2 – SF-2300 pijpbevriezer
Figuur 3 – Apparaatserienummer
Het machineserienummer bevindt zich op het bedieningspaneel.
Er wordt een extra sticker geleverd die de maand en het jaar van
productie vermeldt. (05 = maand, 13 = jaar)

Pictogrammen

Inschakelen
Uitschakelen
Dit product wordt gebruikt om ijsproppen te vormen
LET OP
in waterleidingstelsels. De mogelijkheid om ijsproppen te vormen
hangt af van een groot aantal factoren, die in deze handleiding
worden besproken. Afhankelijk van de exacte omstandigheden,
werkt dit product wellicht niet in alle gevallen.
60
All manuals and user guides at all-guides.com
Inspectie vóór gebruik
Label
Voor ieder gebruik moet u uw pijpbevriezer controleren
en eventuele problemen verhelpen om het risico van
ernstig letsel door een elektrische schok of een andere
storing en beschadiging van de eenheid te beperken.
WaarSchuWInG
1. Zorg ervoor dat de stekker van de pijpbevriezer uit het
stopcontact is getrokken en dat de AAN/UIT-schakelaar
in de UIT-stand staat.
2. Verwijder eventuele olie en eventueel vet of vuil van alle
apparatuur en bedieningselementen. Dat vergemakkelijkt
de inspectie en bediening van de eenheid.
3. Inspecteer de pijpbevriezer op het volgende:
• Het snoer en de stekker op schade of aanpassingen.
• Correcte montage, correct onderhoud en volledigheid.
• Eventuele defecte, versleten, ontbrekende, verkeerd
uitgelijnde of klemmende onderdelen.
• Aanwezigheid en leesbaarheid van de waarschu-
wingslabels. (Zie figuren 1 en 2.)
• Elke andere toestand die een veilige en normale
werking zou kunnen verhinderen.
Wanneer u problemen vaststelt, mag u de pijpbevriezer
niet gebruiken alvorens de problemen zijn verholpen.
4. Controleer de slangen naar de vrieskoppen op barsten,
knikken, breuken of andere problemen. De slangen kun-
nen worden opgerold en gebogen wanneer ze niet be-
vroren zijn. Voorkom dat de slangen worden verdraaid
of geknikt. Daarmee wordt schade aan de slangen voor-
komen.
5. Controleer de roosters van de ventilatoren en de louvres
naar de condensorbehuizing om er zeker van te zijn dat
niets de luchtstroom blokkeert. Gebrek aan luchtstro-
ming door de eenheid kan de werking beïnvloeden of
de eenheid beschadigen.
6. Steek de stekker met droge handen in een correct ge-
aard stopcontact, zet de schakelaar in de AAN-stand.
Controleer of de compressormotor start en dat de venti-
lator draait. Zet de schakelaar in de UIT-stand en trek de
stekker van de eenheid uit het stopcontact.