All manuals and user guides at all-guides.com
2.2 BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM
De generator wordt geplaatst op een enkele steun, en de bestanddelen worden dusdanig gemonteerd dat er geen bekabeling
nodig is. De besturingslogica bevindt zich op een heterogene systeemkaart die de betrouwbaarheid van het systeem
optimaliseert en eventuele ingrepen vermakkelijkt. Het vermogensdeel wordt gerealiseerd door een INVERTER die met
een frequentie van meer dan 80 KHz een uitermate lage en dynamische reactietijd (0.5 microseconden) heeft, hetgeen een
gemakkelijke ontsteking van de lasboog toestaat, en met behulp van elk type elektrode. De gesmolten deeltjes blijvens
tevens goed bij elkaar waardoor een diepe penetratie plaatsheeft en de lasstrook er van buitenaf mooi uitziet. Door de hoge
werkfrequentie van de inverter wordt geluidsoverlast ten gevolge van het gebruikelijke gegons vermeden.
2.3 BESCHERMINGSTOESTELLEN
Dit apparaat wordt door een speciaal toestel beschermd tegen accidentele oververhitting en/of afwijkingen van de
netspanning. Als dit toestel geactiveerd wordt levert de machine geen stroom meer, terwijl de ventilator in werking blijft.
De activering wordt gesignaleerd door de LED die aan de voorkant van de machine zit: Normaalgesproken heeft deze LED
een GROENE kleur, bij blokkering en/of afwijking wordt hij ROOD.
3 --- INSTALLATIE
3.1 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
Haal het lasapparaat uit de verpakking en controleer het grondig op eventuele transportschade. De koper wordt geacht
klachten met betrekking tot het transport rechtstreeks aan de vervoerder te melden opdat hij niet het recht verliest op een
later moment een klacht in te dienen. Geef nooit een blanco kwitantie af wanneer de generator eenmaal uit de verpakking is
gehaald, maar behoud altijd het recht om later eventueel een claim in te dienen voor transportschade die slechts na opening
van de verpakking wordt opgemerkt.
Mededelingen met betrekking op de generator moeten altijd het model en het serienummer vermelden, die aangegeven zijn
op de gegevensplaat aan de achterzijde van de generator.
Plaats de generator, als deze eenmaal uit de verpakking is gehaald, in een voldoende geventileerde, mogelijkerwijs niet
stoffige ruimte, daarbij oplettend dat de koelribben aan de zijkant van de carrosserie niet geblokkeerd worden.
LET OP: het is van uiterste belang dat de luchtstroom rondom het apparaat niet afneemt aangezien dit oververhitting en
mogelijke schade aan de binnenzijde kan veroorzaken. Hou minstens 20 cm ruimte aan rondom het apparaat.
Plaats geen filters of deksels op de luchtingangen.
LET OP: zorg ervoor dat de koelribben aan de zijkant van de carrosserie niet geblokkeerd worden wanneer het apparaat op
de schouder wordt gedragen.
3.2 IN WERKING STELLEN
De machine moet door deskundig personeel geïnstalleerd worden. Alle connecties moeten overeenkomstig de geldende
normen zijn en in naleving van de algemeen geldende veiligheidsvoorschriften (CEI 26-10-CENELEC HD 427).
3.3 ALGEMENE OPMERKINGEN
Lees voorafgaand aan het gebruik van het lasapparaat aandachtig de voorschriften CEI 26/9 CENELEC HD 407 en CEI
26.11- CENELEC HD 433 door, en controleer bovendien of de isolatie van kabels, elektrodehouders, stopcontacten en
stekkers nog intact is, en of de doorsnede en de lengte van de laskabels compatibel zijn met de gebruikte stroom:
LENGTE EN DOORSNEDE VAN DE LASKABELS
Tot en met 5 mt. kabel met doorsnede 16 mm 2 min.
Van 5 tot 20 mt. kabel met doorsnede 25 mm 2 min.
Van 20 tot 30 mt. kabel met doorsnede 35 mm 2 min.
38