Belangrijk:
Wanneer de airconditioner is ingeschakeld
en er volgens de thermostaat moet worden gekoeld,
beginnen de ventilator en de compressor tegelijkertijd te
werken. Als de airconditioner handmatig is uitgeschakeld
via de keuzeschakelaar of automatisch via de thermostaat,
wacht dan altijd 2-3 minuten voordat u de airconditioner
weer inschakelt. Zo kan de druk van het koudemiddel in
de airconditioner zich stabiliseren zodat de compressor
opnieuw kan starten.
Opmerking:
De ventilator draait continu om de lucht te
verplaatsen en de temperatuur constant te houden. De
compressor wordt ingeschakeld wanneer er koeling nodig is
om de ingestelde temperatuur te handhaven.
C. VENTILATOR (GRIjS VLAK)
.
Hiermee kunt u de lucht in de caravan laten circuleren
zonder koeling of verwarming. Er zijn drie standen:
HOOG, GEMIDDELD en LAAG. Zie afbeelding 9.
D. VERWARMEN (ROOD VLAK)
Opmerking: Het verwarmingselement is niet bedoeld voor
comfortverwarming van uw caravan bij koud weer. Plaats de
keuzeschakelaar in dit vlak om de ergste kou weg te nemen. In
de stand LAAG wordt het verwarmingselement ingeschakeld.
Als u de stand HOOG gebruikt, kan de uitgeblazen lucht koud
aanvoelen. In alle standen wordt echter dezelfde hoeveel Watt
aan warmte afgegeven.
. Zet de keuzeschakelaar in het rode vlak. Er zijn
drie standen: HOOG, GEMIDDELD en LAAG. Zie
afbeelding 9.
2. Het verwarmingselement wordt ingeschakeld en
begint warmte af te geven.
3. Als de ingestelde temperatuur is bereikt in de
caravan, wordt het verwarmingselement automatisch
uitgeschakeld. De ventilator blijft draaien om de
temperatuur te handhaven.
E. UIT-STAND
. Kies deze stand om de unit uit te schakelen.
F. Onderhoud door de gebruiker
. Verwijder regelmatig de retourluchtfilters aan de
achterzijde van de luchtverdeler. Was de filters met
zeep en warm water, laat ze drogen en plaats ze
terug op hun plaats.
Opmerking: Schakel de airconditioner niet in als de retourfilters
zijn verwijderd. Hierdoor kan de verdamperspiraal namelijk
geblokkeerd raken door vuil, wat gevolgen heeft voor de
prestaties van de unit.
2.
Gebruik een zachte doek en een mild reinigingsmiddel
om de luchtverdeler schoon te maken. Gebruik nooit
meubelwas of schuurpoeder.
3.
De motor van de ventilator wordt tijdens de fabricage
gesmeerd en behoeft bij normaal gebruik geen verder
onderhoud.
4.
Onder bepaalde omstandigheden kan er vorstvorming
optreden op de verdamperspiraal. Controleer in dat
geval het filter en maak dit indien nodig schoon. Zorg
ervoor dat de luchtgaten niet geblokkeerd zijn. Er is
bij airconditioners een grotere kans op vorstvorming
wanneer de buitentemperatuur relatief laag is. Dit
kan worden voorkomen door de regelknop van de
thermostaat op een warmere stand te zetten (naar
links draaien). Als er vorstvorming blijft optreden,
kies dan de ventilatorstand LAAG, GEMIDDELD of
HOOG totdat de koelspiraal vorstvrij is.
5.
Als de unit helemaal niet werkt of niet goed
functioneert, controleert u de volgende punten voordat
u de airconditioner laat repareren:
a.
Als de caravan is aangesloten op een
motorgenerator, controleer dan of deze is
ingeschakeld en stroom levert.
b.
Als de caravan via een landlijn is aangesloten op
het stroomnet, controleer dan of deze geschikt
is voor de belasting van de airconditioner en op
het stroomnet is aangesloten.
c.
Controleer of de zekering of circuitonderbreker
onderbroken is.
d.
Als u deze punten hebt gecontroleerd en het
probleem niet is verholpen, roept u de hulp in
van een servicemonteur. De unit mag alleen
worden gerepareerd door een gekwalificeerd
onderhoudsmonteur.
6. Als een kabel of snoer beschadigd is en moet worden
vervangen, moet dit worden gedaan door de fabrikant,
een servicemonteur van de fabrikant of een persoon
met vergelijkbare kwalificaties.
7. Geef altijd de volgende gegevens door wanneer u
contact opneemt met de serviceafdeling:
a.
Het type airconditioner, het productnummer en
het serienummer. Deze gegevens staan op de
typeplaat die op de bodemplaat van de unit is
bevestigd.
b.
Het onderdeel- en serienummer van de
luchtverdeler. Deze nummers staan op de
typeplaat die op de contourplaat is bevestigd.
Deze typeplaat kunt u zien door het rooster aan
de rechterkant van de luchtverdeler.
9