14 PERIODES WAARIN HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
Doe het volgende als het apparaat een tijd niet zal worden ge-
bruikt:
• Maak het apparaat grondig schoon.
• Wrijf alle roestvrij stalen oppervlakken in met een doek met
vaselineolie, zodat er een beschermend laagje wordt aange-
bracht.
• Laat de deksels van de pannen open staan.
• Draai kranen dicht en zet hoofdschakelaars uit die vóór het
apparaat zijn geplaatst.
Doe het volgende als het apparaat lange tijd niet is gebruikt:
• Controleer het apparaat, alvorens het weer te gebruiken.
• Laat elektrische apparaten gedurende minstens 60 minuten
functioneren op de laagste temperatuur.
INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit, indien
aanwezig, alvorens welke handeling dan ook te gaan ver-
richten.
• Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
• Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweema-
al per jaar schoonmaken door een geautoriseerd technicus.
• Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk.
• Gebruik geen bijtende producten om de vloer onder het ap-
paraat schoon te maken.
GESATINEERDE OPPERVLAKKEN VAN ROESTVRIJ STA-
AL
• Maak de oppervlakken schoon met een doek of spons en
water en gewone, niet-schurende reinigingsmiddelen. Wrijf
de doek in de richting van de satinering. Spoel de doek vaak
uit, en maak het apparaat vervolgens goed droog.
• Gebruik geen schuursponzen of andere voorwerpen van
ijzer.
• Gebruik geen chemische producten die chloor bevatten.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen, die de oppervlakken kun-
nen krassen of beschadigen.
PLAAT VAN ZACHT IJZER
• Maak de oppervlakken schoon met een vochtige doek.
• Schakel de plaat enkele minuten in om hem snel te laten dro-
gen.
• Wrijf de oppervlakken in met een dun laagje voedingsolie.
OPVANGLADEN
Verwijder vet, olie, voedselresten enz. van de oppervlakken...
INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD
AANWIJZINGEN VOOR DE ONDERHOUDSMONTEUR
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
All manuals and user guides at all-guides.com
• Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
• Stel het model van het apparaat vast. Het model wordt aan-
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
15 AANPASSING AAN EEN ANDER TYPE GAS
Zie het hoofdstuk "Instructies voor het onderhoud".
16 INBEDRIJFSTELLING
Na de installatie, aanpassing aan een ander gastype of on-
derhoudswerkzaamheden moet de werking van het apparaat
worden gecontroleerd. In het geval van storingen moet de pa-
ragraaf "Oplossen van storingen", verderop in deze handlei-
ding, worden geraadpleegd.
16.1 GASAPPARATEN
Stel het apparaat in werking volgens de instructies en de
aanwijzingen voor het gebruik die te vinden zijn in het ho-
ofdstuk "INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK", en controleer
het volgende:
• de voedingsdruk van het gas (zie de volgende paragraaf).
• de ontsteking van de branders en de goede werking van het
16.1.1
GAS
• Gebruik een manometer met een resolutie van minstens 0,1
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Verwijder de afdichtingsschroef van de drukaansluiting PP en
• Voer de meting uit terwijl het apparaat in werking is.
LET OP! Als de voedingsdruk van het gas niet binnen de limie-
ten ligt (Min. - Max.) die worden aangegeven in de tabel T2,
moet de werking van het apparaat worden gestopt en moet u
contact opnemen met het gasbedrijf.
• Maak de manometer los en draai de afdichtingsschroef weer
16.2 ELEKTRISCHE APPARATEN
Stel het apparaat in werking volgens de instructies en de
aanwijzingen voor het gebruik die te vinden zijn in het ho-
ofdstuk "INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK", en controleer
het volgende:
• de stroomwaarden van elke fase.
• de inschakeling van de verwarmingselementen.
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalifi ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door
de fabrikant, in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze handleiding.
gegeven op de verpakking en op het gegevensplaatje van
het apparaat.
ventilatie.
af.
dampafvoersysteem.
CONTROLE VAN DE VOEDINGSDRUK V AN HET
mbar.
verbind de manometer.
helemaal in de drukaansluiting.
49