AANSLUITING GASTOEVOER:
De gasslang is op de voedingsbron aangesloten. Sluit gewoon aan op de
uitgang van de drukregelaar van de gasfles.
Als u het universele wagentje W000375730 gebruikt, plaatst u de
■
gasfles op het wagentje en zet u de fles met de strap vast.
Open de klep van de fles een beetje zodat bestaande onzuiverheden
■
kunnen ontsnappen en sluit de klep daarna opnieuw. Blijf er niet
voor staan.
Monteer de drukregelaar/debietmeter.
■
Sluit de gasslang aan op de uitgang van de regelaar.
■
Open de gasfles (tijdens het lassen moet het gasdebiet tussen 10
■
en 20l/min. bedragen).
Tijdens het lassen moet het gasdebiet (l/min) beantwoorden met het
aanzetstuk (mm) van de toorts.
WAARSCHUWING: ZORG ERVOOR DAT DE GASFLES GOED OP
HET WAGENTJE IS VASTGEZET DOOR DE VEILIGHEIDSSTRAP
VAST TE MAKEN.
POSITIONERING EN PLAATSING OP DE MACHINE:
Plaats de machine op een stevig, droog en waterpas oppervlak. Waar
mogelijk moet u zorgen dat er geen stof of andere onzuiverheden de
luchtstroom voor koeling van de machine kan binnendringen. Zet de
machine bij voorkeur boven het niveau van de vloer; bijvoorbeeld op een
geschikte draaggroep.
Opmerkingen om de machine te positioneren:
De helling van het oppervlak mag niet meer dan 15 graden bedragen.
■
Zorg dat de lucht voor de koeling vrij kan circuleren. Er moet
■
minstens 20 cm vrije ruimte zijn voor en achter de machine zodat de
lucht voor de koeling vrij kan circuleren.
Bescherm de machine tegen zware regen en rechtstreeks zonlicht.
■
1.4.2 - OPSTARTEN
ܟDe hoofdschakelaar bevindt zich aan de
achterkant van de voedingsbron.
ܟSchakel deze schakelaar om, om de
machine aan te zetten.
ܟDeze schakelaar mag nooit tijdens het
lassen worden omgeschakeld.
OPSTARTEN
2 - OPSTARTEN
2.1 - VOORSTELLING FRONTPANEEL
De man machine interface bevindt zich op het frontpaneel van de
voedingsbron:
1
2
3
4
Knop voor selectie MIG/MAG, TIG of MMA
1
en synergievalidatie
2
Grafisch scherm
3
Encoder / selectie afstellen
7
Encoder / selectie afstellen
2.2 - BASIS SET-UP MENU
Om het basis set-up menu te openen, schakelt u de groep in.
Terwijl het display het logo van de groep weergeeft, drukt u op de set-up knop
Gebruik de rechter afstellingsknop
1
MAX LIJNSTROOM:
Instelling van de maximale lijnstroom die de groep via de stroomtoevoer
kan opnemen volgens de capaciteit van het netcircuit. Om het maximale
outputvermogen van de groep te benutten, is een netcircuit met een
vermogen van 32 A vereist. Opmerking: als L (Low) is ingesteld, zal de
opgenomen stroom automatisch worden beperkt. De letter verschijnt op
het hoofdscherm van de groep als die geselecteerd is.
BEGINSNELHEID:
Beperkte beginsnelheid beperkt de snelheid van de draad bij het opstarten
om een zachte start te voorzien.
65 - NL
NL
Knop om synergieën te
4
selecteren
5
Controleknop set-up
Programma opslaan / opnieuw
6
oproepen
om parameters af te stellen:
7
L/H
BEPERKT / NORMAAL
5
6
7
.
5
5
6
7