x De aanpassingen opnieuw instellen op de
standaardinstellingen 0
U kunt de aangepaste instellingen terugzetten op de
standaardinstellingen.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om
te selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELDREGELING menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "0 RESET" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "RESET" menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te
selecteren en druk op de OK toets.
• OK:
de aangepaste instellingen in het
BEELDREGELING menu terugzetten op
de standaardinstellingen.
• ANNULEREN: het terugzetten annuleren en terugkeren
naar het BEELDREGELING menu.
x De instelling voor SCHERPTE aanpassen
U kunt de randen van beelden, enzovoort scherper maken.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om
te selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELDREGELING menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "SCHERPTE" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "SCHERPTE" menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om de scherpte aan te
passen en druk op de OK toets.
SCHERM menu
RGB-signaal)
U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het SCHERM
menu.
• AUTO
• FASE
• PITCH
• H CENTRERING
• V CENTRERING
Opmerking
Wanneer er digitale RGB-signalen worden ontvangen via de DVI-D
ingang voor INPUT2 (SDM-X53) en INPUT3 (SDM-X73/X93),
hoeft u geen aanpassingen aan te brengen.
14
(BEELDREGELING)
(BEELDREGELING)
(alleen analoog
S C H E R M
AU TO
FA S E
P T C H
I
H C E N T R E R I N G
V C E N T R E R I N G
1 2 8 0
x
1 0 2 4
/
6 0 H z
E X I T
x De beeldkwaliteit automatisch aanpassen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, worden de
beeldpositie en -scherpte (fase/pitch) automatisch aangepast
zodat er een scherp beeld op het scherm verschijnt (pagina 19).
Opmerking
Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is
geactiveerd, werkt alleen de 1 (stroom) schakelaar.
Als het beeld niet volledig wordt aangepast met de functie
voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal verder
automatisch aanpassen. Zie "AUTO" hieronder.
Als u de beeldkwaliteit nog verder moet aanpassen
U kunt de beeldscherpte (fase/pitch) en -positie (horizontale/verticale
positie) handmatig aanpassen.
Deze instellingen worden opgeslagen in het geheugen en
automatisch opgeroepen wanneer de monitor een eerder
ontvangen en geregistreerd ingangssignaal ontvangt.
x De beeldkwaliteit voor het huidige
ingangssignaal verder automatisch
aanpassen (AUTO)
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "AUTO" te selecteren en
druk op de OK toets.
Pas de fase, pitch en horizontale/verticale positie van het
scherm aan voor het huidige ingangssignaal en sla deze
aanpassingen op.
x De beeldscherpte handmatig aanpassen
(Fase/Pitch)
U kunt de beeldscherpte als volgt aanpassen. Deze aanpassing is
effectief wanneer de computer is aangesloten op de HD15 ingang
(analoog RGB) van de monitor.
1 Stel de resolutie op de computer in op 1024 × 768
(SDM-X53), 1280 × 1024 (SDM-X73/X93).
2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
3 Start de CD-ROM, selecteer het land/de regio en het
model en geef het testpatroon weer.
Voor Windows
Klik op [Utility] t [Windows]/[Win Utility.exe].
Voor Macintosh
Klik op [Utility] t [Mac]/[Mac Utility].
4 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
(SCHERM) te