12. Gebruik het apparaat alleen op een vlakke ondergrond om te voorkomen dat
condensatie naar buiten komt
13. Voor extra bescherming is het raadzaam om een aardlekschakelaar (RCD) in het
elektrisch circuit te installeren met een nominale reststroom van niet meer dan 30 mA.
Vraag hierom een elektricien.
14. Reinig het luchtfilter regelmatig. De frequentie van schoonmaken hangt af van de
reinheid van de lucht.
15. Wacht na het uitschakelen van de machine minstens 5 minuten voordat u hem weer
inschakelt.
16. Gebruik het apparaat niet op zonnige plaatsen. Wanneer het apparaat oververhit
raakt, schakelt de oververhittingsbeveiliging het apparaat in.
17. Voor een effectieve koeling moet een afstand van minimaal 60 cm worden
aangehouden tussen de zijwanden van het apparaat en de muur of meubels of
gordijnen.
18. Vanwege de beperkte prestaties van het apparaat wordt de doeltemperatuur
mogelijk niet bereikt als het verschil tussen de doeltemperatuur en de
omgevingstemperatuur te groot is.
19. Neem de volgende basisvoorzorgsmaatregelen in acht om het risico op brand,
elektrische schokken of letsel bij het gebruik van de airconditioner te verminderen:
a) Sluit aan op een geaard stopcontact met 3 pinnen.
b) Verwijder de aardingspen niet.
c) Gebruik de adapter niet.
d) Gebruik geen verlengsnoer.
e) Koppel de airconditioner los voordat u onderhoud uitvoert.
f) Gebruik twee of meer mensen om de airconditioner te verplaatsen en te installeren.
20. Gebruik geen andere middelen dan het door de fabrikant aanbevolen ontdooiings-
of reinigingsproces.
21. Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder constant werkende
ontstekingsbronnen, bijvoorbeeld: open vuur, gastoestellen of elektrische kachels.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK – (foto E)
Sluit de connectoren als volgt aan op het luchtafvoerkanaal:
1. Verleng het luchtafvoerkanaal (10) door de twee uiteinden van het kanaal naar buiten te trekken.
2. Schroef het luchtafvoerkanaal (10) in de aansluiting van het luchtafvoerkanaal (11).
3. Sluit de connector van het luchtafvoerkanaal (11) aan op het apparaat.
OPMERKINGEN:
1.Houd het apparaat op minstens 1 meter afstand van tv's of radio's om elektromagnetische interferentie te voorkomen.
2. Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht om te voorkomen dat de kleur van het oppervlak vervaagt.
3. Kantel het apparaat tijdens het transport niet meer dan 35° of ondersteboven. Als het apparaat tijdens het transport is
omgedraaid, leg het dan op de juiste manier neer en wacht 2-4 uur voordat u het inschakelt.
4.Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond met een helling van minder dan 5°.
5.Het apparaat werkt efficiënter in bepaalde kamerlocaties, selecteer de beste locatie:
- Naast een raam, een deur of een Frans raam.
- Houd de vereiste afstand van de retourluchtuitlaat tot de muur of andere obstakels minimaal 60 cm.
- Verleng de luchtslang om ervoor te zorgen dat het andere uiteinde van de luchtslang speling heeft tussen de raamdeur, het
openslaande raam of het muurgat.
122