68
STORINGSBRONNEN
Elektronische, magnetische en metalen voorwerpen en inrichtingen
kunnen van nature alle lawinepiepers storen.
Mogelijke storingsbronnen zijn smartphones, (actie-)camera's,
zendapparatuur, sporthorloges, GPS-apparaten, power banks en
stroomleidingen, liftinstallaties etc.
IN DE ZEND - EN STAND-BYMODUS moeten mogelijke storingsbronnen
minstens 20 cm van het apparaat verwijderd zijn.
IN DE ZOEKMODUS moeten mogelijke storingsbronnen minstens 50 cm
van het apparaat verwijderd zijn. In het ideale geval schakel je alle
andere elektronische apparaten uit.
ZENDMODUS
S E N D
De zendmodus is de normale bedrijfsmodus in een
gebied met lawinegevaar. Als de tuimelschakelaar in
de positie SEND staat, verschijnt de zendaanduiding.
Om stroom te besparen wordt deze aanduiding als het
donker is (apparaat in het draagsysteem) verborgen,
S t a n d b y
waarbij het apparaat verder zendt. Door licht of door op
een toets te drukken wordt de aanduiding geactiveerd.
DRAAGWIJZE
Bevestig de veiligheidslus in het oog onder aan
het apparaat. We raden aan het apparaat in het
draagsysteem te dragen, waarbij het apparaat
met de display naar je lichaam is gericht en de
tuimelschakelaar vooraan wordt ingeschoven.
De snelsluiting en de buikriemgesp moeten goed
gesloten zijn en de veiligheidslus moet in de
karabijn zijn gehangen. Het draagsysteem moet
altijd door een kledinglaag bedekt zijn. Als je maar één
laag kleding draagt, raden we aan het in een broekzak
met dichte ritssluiting (geen opgenaaide zakken) te
dragen.