Sandberg G54 Manual Del Usuario página 19

3.4 Security
3.4.1 Firewall Setup
De ingebouwde firewall van de router kan geconfigureerd worden om tegen algemeen voorkomende
hackeraanvallen te beschermen. Het is ook mogelijk om bepaalde MAC- en/of IP-adressen te
blokkeren of te autoriseren en de toegang tot bepaalde websites op internet te blokkeren.
• Het strekt de aanbeveling om de ingebouwde firewall in te schakelen. Als u deze echter wilt
uitschakelen, vinkt u het vakje Firewall Enable af.
Let op: Als de ingebouwde firewall is uitgeschakeld, worden functies zoals MAC filtering, URL
Control, etc. ook uitgeschakeld.
3.4.2 URL Control
Met deze functie kunt u de toegang tot bepaalde websites op internet blokkeren.
• Selecteer Enable om de functie in te schakelen.
• Klik op [Add...] om het adres van de website aan de lijst toe te voegen. Voer vervolgens het adres
van de website in het veld in en klik op [OK].
3.4.3 Access Control, Block Port, Block Dos Attack
Zie de Engelse gebruikershandleiding op de bijgeleverde cd.
3.5 Dienste
3.5.1 Virtual Server
NAT (Network Address Translation) is een technologie die meerdere computers in een LAN de
mogelijkheid biedt om hetzelfde externe IP-adres te delen. Hierbij verwerkt de router al het
netwerkverkeer afkomstig van de computers in het netwerk en sorteert inkomend netwerkverkeer
zodat het naar de juiste computer geleid wordt. Dit kan echter een probleem opleveren voor
netwerkverkeer dat niet geïnitieerd wordt op verzoek van een computer in het LAN netwerk.
Een typisch scenario doet zich voor als een computer in het LAN als server ingesteld is. In dat
geval zou een computer op het internet een verbinding tot stand brengen met het externe IP-
adres van de router. Dit netwerkverzoek geeft echter niet aan op welke computer in het LAN het
gericht is en de router weet daarom niet waar hij het naar toe moet sturen.
Dit probleem kunt u oplossen door de NAT-functie van de router in te stellen, zodat die inkomend
netwerkverkeer via bepaalde poorten naar een specifiek IP-adres in het LAN doorstuurt.
Voorbeeld: een FTP-server wordt ingesteld op een computer in het netwerk met het IP-adres
192.168.16.100. FTP gebruikt standaard netwerkpoort 21.
De NAT-functie van de router wordt zo ingesteld dat deze al het inkomende verkeer via poort 21
doorstuurt naar het IP-adres 192.168.16.100.
Het kan tevens nodig zijn om NAT te configureren om toepassingen als IP-telefonie, bestandsdeling
en online gaming goed te laten functioneren.
Let op: Virtual Server functioneert alleen optimaal als de computer waarnaar het netwerkverkeer
wordt doorgestuurd, geconfigureerd is met een statisch IP-adres.
1. Klik op [New...].
2. Onder Type voert u de typen diensten in waartoe toegang wordt verleend, bijv. FTP.
3. Onder Service Name voert u een naam naar keuze in.
4. Onder Forward Port voert u de nummers in van de relevante binnenkomende poorten.
5. Onder Local Port voert u de nummers van de lokale poorten in.
6. Onder Local Server IP voert u het IP-adres van de computer in die de gewenste dienst levert.
7. Klik op [OK]. Nieuwe diensten kunnen daarna op dezelfde manier worden ingesteld.
3.5.2 Special Application, DMZ
Zie de Engelse gebruikershandleiding op de bijgeleverde cd.
3.6 Router Setup
Zie de Engelse gebruikershandleiding op de bijgeleverde cd.
19