Storing
7.
Het rode "Alarm"
signaallampje
brandt continu.
8.
Systeem zonder
drukvat:
Het rode "Alarm"
signaallampje
knippert eens per
periode.
9.
Systeem met
drukvat:
Het rode "Alarm"
signaallampje
knippert eens per
periode.
10. Het rode "Alarm"
signaallampje
knippert twee keer
per periode.
11. Het rode "Alarm"
signaallampje
knippert drie keer
per periode, en
elke pompinscha-
keling wordt met
enkele seconden
vertraagd.
12. Het rode "Alarm"
signaallampje
knippert vier keer
per periode.
13. De pompcapaciteit
is instabiel.
Oorzaak
a)
Drooglopen. De pomp heeft water
nodig.
b)
De voedingspanning naar de
pomp is uitgeschakeld na de
PM-unit.
c)
De motorbeveiliging van de pomp
heeft de motor uitgeschakeld als
gevolg van overbelasting.
d)
De pomp is defect.
e)
De PM-unit is defect.
a)
Pendelen.
Na gebruik is er een kraan niet
geheel dichtgedraaid.
b)
Pendelen.
Er is een klein lek in het systeem.
a)
Pendelen.
Het drukvat heeft geen voordruk,
of de grootte van het vat is ontoe-
reikend.
a)
Maximale continue bedrijfstijd
(30 minuten).
De pomp heeft 30 minuten lang
continu gedraaid.
a)
Te veel opeenvolgende in- en uit-
schakelingen gedurende een
korte periode.
Het drukvat heeft geen voordruk,
of de grootte van het vat is ontoe-
reikend.
b)
Te veel opeenvolgende in- en uit-
schakelingen gedurende een
korte periode.
De PM 2 staat ingesteld op in/uit-
schakelen met 1 bar drukverschil,
d.w.z. DIP-schakelaar 5 staat
ingesteld op "ON", maar er is
geen drukvat geïnstalleerd in het
systeem.
a)
Storing in de druksensor.
a)
De voordruk van de pomp is te
laag.
b)
De zuigleiding is gedeeltelijk ver-
stopt door verontreinigingen.
c)
Lekkage in zuigleiding.
d)
Lucht in zuigleiding of pomp.
Oplossing
Controleer het leidingwerk.
Controleer de stekker en kabelaansluitin-
gen, en controleer of de ingebouwde
stroomonderbreker is uitgeschakeld.
Controleer of de motor/pomp verstopt is.
Repareer of vervang de pomp.
Repareer of vervang de PM-unit.
Controleer of alle kranen dichtzitten.
Controleer het systeem op lekkage.
Controleer de voordruk van het vat en pas,
indien noodzakelijk, de druk aan.
Als de grootte van het drukvat ontoerei-
kend is, dan zet u DIP-schakelaar 5 op
"OFF" of vervangt u het drukvat.
Zie de beknopte handleiding.
Controleer het systeem op lekkage.
Schakel de functie uit, om de pomp
30 minuten te laten draaien.
Zie de beknopte handleiding.
Controleer de voordruk van het vat en pas,
indien noodzakelijk, de druk aan.
Als de grootte van het drukvat ontoerei-
kend is, dan zet u DIP-schakelaar 5 op
"OFF" of vervangt u het drukvat.
Zet DIP-schakelaar 5 op "OFF".
Repareer of vervang de PM-unit.
Controleer de voordruk van de pomp.
Verwijder en reinig de zuigleiding.
Verwijder en repareer de zuigleiding.
Ontlucht de zuigleiding/pomp.
Controleer de voordruk van de pomp.
83