Montage I
Raadpleeg de in de handleiding van de boegschroef gege-
ven installatieaanbevelingen en inbouwinstructies.
Bij de eindmontage wordt de motor niet direct op de tus-
senflens gemonteerd maar eerst volgens onderstaande
aanwijzingen het onderste deel van de motorbehuizing
gemonteerd.
Plaats
de
onderste
huishelft op de tussen-
flens.
Plaats de meegele-
verde pakking op de
bodem van de onder-
ste huishelft.
Vet de schroefdraad
van de bouten in met
'outboard gear grease'
en monteer de electro-
motor op de tussen-
flens.
Draai ter controle met
de hand de schroef
rond,
deze
moet
gemakkelijk zijn rond
te draaien, waarbij de
electromotoras wordt
meegenomen.
Controleer of de as van
het staartstuk en de
electromotoras elkaar
niet raken.
2
020559.01
Electrische installatie
Let op dat bij het aansluiten van elektrische kabels geen
andere elektrische delen los komen.
Controleer na 14 dagen alle elektrische verbindingen.
Ten gevolge van temperatuurschommelingen kunnen
elektrische delen (bijvoorbeeld bouten en moeren) los
komen.
Controleer of de spanning, vermeld op het typeplaatje van de
motor, overeenkomt met de boordspanning.
Plaats de accu of accu's zo dicht mogelijk bij de boegschroef;
de hoofdstroomkabels kunnen dan kort zijn, waardoor het span-
ningsverlies laag blijft.
Sluit de voorgemon-
teerde kabels in de
behuizing,
plus
(+)
en min (-), aan op de
motor.
Let op!
Voorkom
verdraaien
van de bout en moer
1 tijdens het aansluiten
van de kabels.
Houd daarom tijdens
het
aandraaien
van
moer 2 een steeksleu-
tel op moer 1 zonder
deze steeksleutel te
verdraaien.
Het
aandraaimoment
van moer 2 is maximaal
11 Nm.
Sluit de hoofd-
s t r o o m k a b e l s
aan.
Ook de schakelaar en de zekering kunnen door
vonken een brandbaar mengsel ontsteken!
Plaats deze daarom in een gesloten behuizing
(schakelkast).
Installatieinstructies Boegschroeven 'Ignition Protected'
17
17