Verstellen
Verwijdering
Een klinisch gekwalificeerd persoon moet de risico's voor het vervoer van een
patiënt tijdens het gebruik van infuusapparatuur beoordelen
Voorkom bij het verplaatsen van het bed dat de infuuspaal of bijbehorende
apparatuur in contact komt met omringende objecten of personen om verwondingen
en/of apparatuurschade te vermijden
De geïnstalleerde infuuspaal niet gebruiken om het bed te verplaatsen of te
manoeuvreren
Wanneer de infuuspaal is geïnstalleerd, het hoofdeindepaneel alleen verwijderen na
beoordeling door een klinisch gekwalificeerd persoon. De ruimte tussen de
infuuspaal en het onrusthek kan gevaar voor beknelling veroorzaken
Gebruik de infuuspalen of haken niet om hulpmiddelen of zaken anders dan
vloeistofzakken, infuuspompen enz. aan op te hangen
Zorg ervoor dat de haken vóór gebruik goed aan de infuuspaal zijn bevestigd.
Druk de borgring (E) naar boven
en schuif het bovenste deel van
de infuuspaal omhoog of omlaag
voor de gewenste hoogte. De
paal kan met één hand worden
aangepast zoals weergegeven.
Verwijder alle apparatuur van de haken. Zet de infuuspaal op de
laagste stand en trek hem verticaal uit de houder.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
15
Nederlands