ATLAS D ECO 56 UNIT
Toegang tot het elektrische klemmenbord
Draai de twee schroeven "A" op het paneel los en verwijder het deurtje
fig. 22 - Toegang tot het elektrische klemmenbord
3.6 Aansluiting op het rookkanaal
Het apparaat moet aangesloten worden op een rookkanaal dat ontworpen en gebouwd
is in overeenstemming van de geldende normen. De leiding van de ketel naar het roo-
kkanaal moet gemaakt zijn van materiaal, dat bestand is tegen hoge temperaturen en
corrosie. Het wordt aanbevolen om te zorgen voor optimale afdichting op de verbinding-
spunten en de volledige leiding tussen ketel en schoorsteen op warmte te isoleren, ter
voorkoming van condensvorming.
4. SERVICE EN ONDERHOUD
Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen, wijzigingen en inbedrijfstel-
ling betreffen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door Gekwalificeerd en hiervoor op-
geleid Personeel (dat voldoet aan de technisch-professionele vereisten op grond van de
geldende voorschriften), zoals het personeel van de plaatselijke Technische Klantenser-
vice.
FERROLI is geenszins aansprakelijk voor schade aan zaken en/of persoonlijk letsel, ve-
roorzaakt door ingrepen op het apparaat, uitgevoerd door onbevoegde en ondeskundige
personen.
4.1 Instellingen
TEST modus inschakelen
Druk gelijktijdig op de toetsen verwarming (details 3 en 4 - fig. 1) gedurende 5 seconden
om de TEST modus in te schakelen. De verwarmingsketel wordt onafhankelijk van het
verzoek van de installatie of om sanitair water ingeschakeld.
Op het display, gaan de symbolen verwarming (detail 24 - fig. 1) en sanitair water (detail
12 - fig. 1) knipperen.
fig. 23 - Functie TEST
Herhaal de procedure om de TEST-modus te deactiveren.
De TEST-modus wordt in ieder geval automatisch na 15 minuten uitgeschakeld.
Afstellen brander
De brander wordt in de fabriek afgesteld zoals vermeld in tabella 2. De brander kan op
een ander vermogen ingesteld worden door in te grijpen op de pompdruk, de sproeier
en door afstelling van de kop en de luchttoevoer, zoals in de volgende paragrafen be-
schreven is. Het gewijzigde vermogen dient echter binnen het nominale bedrijfsveld van
de ketel te liggen. Controleer na de afstelling, met een toestel voor verbrandingsanalyse,
of het gehalte aan CO
% in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
2
Tabel debiet oliesproeiers
In tabella 2 staat het oliedebiet vermeld (in kg/h) bij variaties van pomp- en sproeierdruk.
NB - Onderstaande waarden dienen uitsluitend als leidraad, want er moet rekening wor-
den gehouden met het feit dat het debiet van de sproeiers ± 5% kan variëren. Bovendien
neemt bij branders met voorverwarmer het brandstofdebiet af met ongeveer 10%.
Tabella. 2
Pompdruk (bar)
SPROEIER
8
9
G.P.H.
1,32
1,40
0.40
15,66
16,60
1,57
1,65
0.50
18,62
19,57
10
11
12
13
1,47
1,54
1,61
1,68
17,43
18,26
19,09
19,92
1,73
1,81
1,89
1,97
20,51
21,50
22,42
23,36
cod. 3541Q964 - Rev. 00 - 01/2022
Pompdruk (bar)
1,93
0.60
22,89
2,12
0.65
25,14
2,50
0.75
29,65
2,92
0.85
34,63
3,30
1.00
39,13
4,12
1.25
48,86
4,95
1.50
58,70
5,69
1.75
67,48
Regeling pompdruk
De pomp is in de fabriek reeds afgesteld op 12 bar. Gebruik voor de controle van de druk
een manometer in oliebad. De druk kan worden ingesteld tussen 11 en 14 bar.
5
14
4
1,75
20,75
2,05
24,31
2,01
2,23
2,32
23,83
26,44
27,51
28,70
2,25
2,40
2,63
26,68
28,46
31,19
32,49
2,65
2,80
2,95
31,43
33,21
34,99
36,41
3,10
3,27
3,45
36,76
38,78
40,92
42,69
3,50
3,67
3,85
41,51
43,52
45,66
47,67
4,40
4,61
4,82
52,18
54,67
57,16
59,65
5,30
5,55
5,80
62,85
65,82
68,78
71,75
6,18
6,46
6,75
73,29
76,61
80,05
83,73
Debiet bij uitgang van de sproeier in kg/h
3
2
1
fig. 24- Pomp ITALPUMP
5
1
2
fig. 25- Pomp DANFOSS
NL
2,42
2,52
2,64
29,88
31,31
2,74
2,80
2,91
33,21
34,51
3,07
3,20
3,33
37,95
39,49
3,60
3,75
3,90
44,47
46,25
4,02
4,20
4,38
48,72
51,95
5,03
5,25
5,46
62,26
64,75
6,05
6,30
6,55
74,72
77,68
7,06
7,38
7,96
87,53
91,20
3
4
6
3
6
77