Alarm
THERM.BORSTELS
THERM. BEVEIL. TRACTIE
GEEN BEDIENER
SLEUTEL GASPEDAAL
WATER-RESERVE
WATER ONTBREEKT
VUILWATER-TANK
CHEMIE OP
SERVICEKAART NIET
GEVONDEN
BATTERIJ PLAT
BATTERY RESERVE
CONTACTEER SERVICE
BATTERIJ LAADT OP
OPLADEN VOLTOOID
FOUTMELDING LADER
BATTERIJ NIET
AANGESLOTEN
O.STROOM BORSTELS
ZEKERING BORSTELS
ALARMEN OP HET DISPLAY
Mogelijke oorzaak
Oververhitting borstelmotoren.
Thermisch contact defect op motoren.
Defecte aansluiting.
Oververhitting van het motorwiel.
Thermisch contact defect op motor.
Defecte aansluiting.
Veiligheidsmicroschakelaar detecteert niet
de aanwezigheid van de gebruiker:
Verkeerde inschakelsequentie
Micro van gaspedaal defect.
Defecte aansluiting.
Schoonwatertank is bijna leeg.
Sensor geblokkeerd.
Sensor of aansluiting defect.
Schoonwatertank is leeg.
Sensor geblokkeerd.
Sensor of aansluiting defect.
Vuilwatertank vol.
Sensor geblokkeerd.
Sensor of aansluiting defect.
Chem Dose reservoir leeg.
Sensor geblokkeerd.
Sensor of aansluiting defect.
Communicatie met de servicekaart onder-
broken.
Hulpkaarten defect.
Accuspanning lager dan: 20,7 V GEL/AGM
- 20,3 V ZUUR.
Accu's verslechterd
Accuspanning lager dan: 21,5 V GEL/AGM
- 20,5 V ZUUR.
Accu's verslechterd
De uren ingesteld voor de geprogrammeerde
assistentie zijn bereikt/overschreden.
De on-board acculader is in werking, alle
functies van de machine zijn geblokkeerd.
De on-board acculader is in werking, het
opladen is voltooid, functies van de machine
zijn geblokkeerd.
Slechte werking van de acculader
Accu niet aangesloten
Zekering in de acculader onderbroken
Kortsluiting borstelmotor
Zekering borstels onderbroken
Laat de borstelmotoren afkoelen.
Vervang de borstelmotor
Controleer de aansluiting.
Laat het motorwiel afkoelen.
Vervang het motorwiel.
Controleer de aansluiting.
Ga op de stoel zitten.
Controleer de aansluiting.
Controleer de microschakelaar van de stoel.
Laat het gaspedaal los
tijdens het starten..
Vervang de micro van het gaspedaal.
Controleer de aansluiting.
Vul de schoonwatertank
Reinig de niveausensor.
Vervang de niveausensor.
Controleer de aansluiting.
Vul de schoonwatertank
Reinig de niveausensor.
Vervang de niveausensor.
Controleer de aansluiting.
Ledig de vuilwatertank.
Reinig de niveausensor.
Vervang de niveausensor.
Controleer de aansluiting.
Vul het Chem Dose reservoir..
Reinig de niveausensor.
Vervang de niveausensor.
Controleer de aansluiting.
Controleer de aansluiting tussen de kaarten.
Controleer de hulpkaarten.
Laad de accu's op.
Vervang de accu's.
Laad de accu's op
Vervang de accu's.
Bel het servicecentrum voor het geprogram-
meerde onderhoud.
Koppel de acculader af.
Koppel de acculader af.
Vervang de acculader
Sluit de accu aan
Vervang de acculader
Vervang de borstelmotor
Vervang de zekering
NL
Ingreep
37