B
Gebruik van het toestel
Foutcode
Beschrijving van de storing
E1
Storing tempertuursensor van het koelcompartiment
E2
Storing tempertuursensor van het diepvriescompartiment
E4
Storing ontdooisensor van het koelcompartiment
E5
Storing van het detectiecircuit van de ontdooisensor
E6
Communicatiefout
E7
Storing van het circuit voor temperatuurdetectie
EH
Storing van de vochtigheidssensor
34
NL
C
Praktische informatie
Reiniging en onderhoud
Algemene reiniging
• Het stof aan de achterkant van de koelkast en op de grond
dient geregeld verwijderd te worden om de koeleigenschappen
van het toestel te verbeteren en energie te besparen.
• Controleer regelmatig de afdichting van de deur zodat deze
niet vuil is. Reinig de afdichting van de deur met een zachte
vochtige doek met zeepsop of verdund afwasmiddel.
• De binnenkant van de koelkast dient eveneens regelmatig
gereinigd te worden om het ontstaan van geurtjes te voorkomen.
• Haal voor het reinigen de stekker uit het stopcontact en
verwijder alle voedingsmiddelen, dranken, rekjes en bakken
die in het toestel staan.
• Gebruik een zachte doek of een spons die in een oplossing
met twee soeplepels natriumbicarbonaat gemengd met een
kwart warm water. Spoel vervolgens met schoon water en wrijf
droog. Eens de reiniging werd uitgevoerd, opent u de deur en
laat u binnenkant aan de lucht drogen vooraleer u de stekker
van het toestel terug in het stopcontact steekt.
• Voor de onderste moeilijk te reinigen delen (zoals groeven,
smalle ruimten of hoeken) raden we aan deze regelmatig te
reinigen met een zachte doek of een zachte borstel enz... en
indien nodig hulpmiddelen te gebruiken (bijvoorbeeld een
dun staafje), om te vermijden dat er zich verontreiniging of
bacteriën opstapelt.
35
NL