7. Vast- en losdraaien van schroeven
Monteer het juiste schroefstuk voor de schroef en
steek het schroefstuk in de groeven van de kop van
de schroef. Draai daarna de schroef vast.
Druk zo hard tegen het apparaat aan dat het
schroefstuk in de kop van de schroef blijft.
LET OP
Wanneeer de schroef met het apparaat te vast wordt
gedraaid, kan de schroef afbreken.
Het onder een hoek vastdrraien van de schroef met
het apparaat kan de kop van de schroef beschadigen.
Tevens wordt de schroef dan niet met de juiste
aantrekkracht vastgedraaid. Breng daarom voor het
vastdraaien van een schroef het apparaat in één lijn
met de schroef.
8. Vastdraaien en losdraaien van bouten
U moet eerst een zeskantbus kiezen die bij de bout of
moer past. Monteer de bus vervolgens op de taats en
maak de moer vast die met de zeskantbus wordt
vastgedraaid. Houd het gereedschap in een lijn met
de bout en druk dan op de aan/uit-schakelaar om
enkele seconden kracht op de moer te zetten.
Als de moer losjes op de bout past, kan de bout met
de moer meedraaien, wat abusievelijk als vastdraaien
kan worden beoordeeld. In dit geval stopt u met
kracht zetten op de moer en houdt u de boutkop met
een sleutel tegen voordat u weer kracht gaat zetten,
of u draait de bout en moer met de hand vast om
slippen te voorkomen.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
1. De machine laten rusten na continu werk
Na continu vastdraaien van bouten dient u de machine
15 minuten of zo te laten rusten wanneer u de batterij
vervangt. De temperatuur van de motor, schakelaar
enz. zal flink stijgen als u direct weer begint te werken
nadat de batterij vervangen is, hetgeen uiteindelijk
kan resulteren in doorbranden van de machine.
OPMERKING:
Raak de metalen gedeelten niet aan, aangezien deze
zeer heet zullen worden bij continu gebruik.
2. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
snelheidsregelaar
Deze regelaar is voorzien van een ingebouwd,
elektronisch circuit waarmee het toerental traploos
kan worden ingesteld. Hierdoor kunnen, wanneer de
trekschakelaar slechts een beetje wordt overgehaald
(laag toerental) en de motor gestopt wordt terwijl u
een schroef aan het indraaien bent, onderdelen van
het elektronisch circuit oververhit en beschadigd
raken.
3. Gebruik de juiste vastdraaitijd voor de schroef
Het juiste aantrekkoppel voor een schroef varieert
met het materiaal en de grootte van de schroef, en
het materiaal waarin de schroef vastgedraaid wordt.
Dus gebruik de juiste vastdraaitijd voor de schroef.
In het bijzonder als bij het vastdraaien van schroeven
kleiner dan M8 schroeven een lange vastdraaitijd
wordt gebruikt, bestaat het gevaar dat de schroef
breekt. Zorg er daarom voor dat u de vastdraaitijd en
het aantrekkoppel van te voren kontroleert.
4. Zet de bout met het juiste aantrekkoppel vast
Het optimale aantrekkopel van moeren en bouten
hangt af van het materiaal en formaat van de moeren
en bouten. Een buitensporig groot aantrekkoppel voor
een kleine bout kan resulteren in rekken of breken
van de bout. Het aantrekkoppel is groter naarmate de
bedrijfstijd
langer
wijzerplaatinstelling en vastdraaitijd voor de bout.
5. Vasthouden van het gereedschap
Houd het gereedschap stevig met beide handen vast.
In dit geval houdt u het gereedschap in een lijn met
de schroef of bout.
Het is niet nodig om hard tegen het gereedschap te
duwen. Houd het gereedschap vast met een kracht
die net voldoende is om de slagkracht op te vangen.
6. Controleren van het aantrekkopper
De volgende faktoren dragen bij tot een vermindering
van het aantrekkoppel. Controller, daarom het vereiste
aantrekkoppl door van de te voren en aantal bouten
met een handberdiende momentsleutel vast te
draaien. Fadtoren die een invloed hebben op het
aantrekkoppel.
(1) Voltage
Als de marge van ontladen wordt bereikt, neemt net
voltage af en vermindert het aantrekkoppe.
(2) Bedrijfstijd
Het aantrekkoppel is groter als de bedrijfstijd langer
is. Bij een bepaalde waarde zal het aantrekkoppel
echter niet meer groter worden, ook al wordt het
gereedschap langer gebruikt.
(3) Diameter van de bout
Het aantrekkoppel hangt af van de diameter van de
bout. Over het algemeen heeft een bout met een
grotere diamter een groter aantrekkoppel.
(4) Omstandigheden bij het vastdraaien
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van de
koppelverhouking, d.w.z. klasse en lengte van de
bouten (zelfs als bouten met hetzelfde formaat
schroefdraad worden gebruikt). Het aantrekkoppel
zal ook verschillen afhankelijk van de konditie van
het mataal waardoor de bout moet worden gedraaid.
(5) Het aantrekkoppel variërt afhankelijk van het
oplaadniveau van de accu.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Kontroleren van het schroefstuk
Het gebruik van een gebroken of versleten schroef-
stuk is gevaarlijk, omdat het schroefstuk dan kan
slippen. Vervang het schroefstuk.
2. Inspectie van de bevestigingsschroef
Alle bevestigingsschroeven moeten regelmatig
geïnspecteerd en gecontroleerd worden of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven
losraakt, dan moet deze onmiddellijk opnieuw
aangedraaid worden. Gebeurt dat niet, dan kan dat
tot aanzienlijke gevaren leiden.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hert" van het electrishce
gereedschap.
Er moet daarom bijzonder zorgvuldig op gelet worden,
dat de wikkeling niet beschadigd en/or met olie or
water bevochtigd wordt.
Nederlands
is.
Gebruik
de
juiste
49