6.2
Speciale aanwijzingen voor het spoelen van drinkwaterleidingen
Conform DIN 1988-2 / EN 806-4 moeten nieuw aangelegde drinkwaterleidingen voor
ingebruikname gespoeld worden, waarbij spoelen met een pulserend lucht-watermengsel, het
spoelresultaat verbetert.
Deze spoelcompressor is geschikt voor het reinigen van leidingen met een maximum
binnendiameter van 2".
Bij het saneren van door legionella besmette installaties raden wij u aan, om vóór het
desinfecteren het systeem te reinigen met een pulserend lucht-watermengsel.
Voor het aansluiten op het drinkwatersysteem moet u controleren of de spoelcompressor en alle
toebehoren (bijv. slangen, drukregelaars) hygiënisch in orde zijn.
De volgende punten moeten bij het spoelen conform DIN 1988-deel 2 fundamenteel in acht
worden genomen:
1. De opdrachtgever / planner moeten bij het spoelen aanwezig zijn. Nadat het spoelen
voltooid is, moet er een volledig spoelverslag worden gemaakt.
2. Het voor het spoelen gebruikte drinkwater moet (conform DIN 1988 / DIN 50930) gefilterd
zijn.
3. Het spoelwater moet in de grootste leiding een mi-nimale snelheid van 0,5m/s hebben. Om
deze snelheid te bereiken, moet er een minimum aantal aftappunten DN 15 geopend zijn
(zie tabel). Als de noodzakelijke volumestroom (de noodzakelijke snelheid van de stroming)
desondanks niet bereikt wordt, dan moet middels een reservoir en een pomp de snelheid
worden aangepast.
De minimum volumestroom en het minimum aantal te openen aftappunten voor het spoelen, bij
een minimum stromingssnelheid van 0,5 m/s.
Grootste nominale diameter van de distributieleiding
DN
Minimum volumestroom bij volledig gevulde
distributieleidingen Q in l/min
Minimum aantal te openen aftappunten DN 15
4. De leidingen voor koud- en warm water moeten apart gespoeld worden. Leidingsystemen
worden in secties gespoeld. In de regel wordt elke stijgleiding als een spoelsectie gezien.
De leiding per spoelsectie mag niet langer zijn dan 100 meter. Begin met de stijgleiding die
zich het dichtst bij de spoelcompressor bevindt. Als een bepaalde stijgstreng te klein is om
de minimum volumestroom in de distributieleiding te waarborgen, dan moeten meerdere
strengen tot een spoelsectie gebundeld worden.
5. In de afzonderlijke spoelsecties worden de aftappunten etagegewijs van onder naar boven
geopend, waarbij per etage het aftappunt dat zich het verst van de stijgleiding bevindt, als
eerste geopend wordt. Alle overige aftappunten vervolgens in dezelfde volgorde 'van onder
naar boven' en 'van het verst gelegen aftappunt tot het meest nabij gelegen aftappunt vanaf
de stijgleiding' (zie tekening).
6. De spoeltijd mag per strekkende meter leiding niet korter zijn dan 15 seconden. Bovendien
moet elk aftappunt ten minste 2 minuten worden gespoeld. Wanneer bij het als laatste
geopende aftappunt de noodzakelijke spoeltijd wordt bereikt, dan worden de aftappunten in
omgekeerde volgorde als bij het openen, weer gesloten.
Afbeelding C1
7. Na het spoelen moet de watertoevoer gesloten en de spoelcompressor uitgeschakeld
worden. Vervolgens moet de stekker van het apparaat uit het stopcontact worden gehaald.
Let op! De spoelcompressor mag niet in de stand 'reservoir vullen' staan. De
spoelcompressor moet losgekoppeld worden van de gespoelde leiding. Daarna moet het
systeem opnieuw op eventuele lekkages worden gecontroleerd. De afrondende installatie
van het leidingensysteem moet vakkundig worden uitgevoerd.
8. Na het spoelen moet er een spoelverslag (certificaat) worden gemaakt, waarbij de klant het
origineel krijgt en het uitvoerende bedrijf een kopie.
62
25
15
1
NEDERLANDS
32
40
50
25
38
59
2
3
4
(C)
65
100
6