Invacare Stand Assist Slings
Assist-draagbanden) of 4 bevestigingspunten (bij Transfer
Stand Assist-draagbanden).
De draagband is niet geschikt om na verplaatsing onder de
patiënt te blijven liggen.
De beoogde bediener van dit product is een zorgprofessional
of een privépersoon die voldoende training heeft gehad.
Indicaties
De draagbanden zijn geïndiceerd voor het verplaatsen van
patiënten die nog in zekere mate gewicht kunnen dragen en
minimaal in staat zijn tot de volgende lichaamsbewegingen:
Been-
bewegingen/
belasting
Stand
Goed
Assist
Transfer
Stand
Beperkt
Assist
Contra-indicaties
De draagbanden zijn niet geschikt voor patiënten die niet
mee kunnen werken of instructies niet kunnen opvolgen.
3.2 Accessoires
•
Verlenglussen – 20 cm of 30 cm lengte
Kunnen aan de buitenste lussen worden vastgemaakt
om de ophangbanden van de draagband langer
te maken. Voor een groter bereik en meer
positioneringsmogelijkheden.
4 Gebruik
4.1 Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING!
Risico op schade of lichamelijk letsel
Verkeerd gebruik van dit product kan leiden tot
schade of lichamelijk letsel.
– Verplaats een patiënt nooit zonder toestemming
van de professionele zorgverlener van de
patiënt.
– Controleer of de patiënt geen aanleg heeft
voor spasticiteit of ga na of de patiënt een
risicobeoordeling heeft ondergaan waarin de
kans op plotselinge bewegingen naar van te
voren is onderzocht.
30
Heup-
Romp-
Hoofd-
beweg-
beweg-
beweg-
ingen
ingen
ingen
Goed
Goed
Goed
Beperkt
Goed
Goed
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
Het gebruik van onjuist bevestigde of aangepaste
draagbanden kan ertoe leiden dat de patiënt valt
of de zorgverleners gewond raken.
– Raadpleeg als aanvulling de
gebruikershandleiding van de lift en volg
de gebruiks- en veiligheidsinstructies op.
– Controleer voordat u de patiënt verplaatst of de
draagband goed is bevestigd.
– Controleer zodra de banden strak staan en
voordat de patiënt los komt van het oppervlak
opnieuw of de draagband goed is bevestigd.
– Gebruik geen enkel type kunststof
incontinentieluier of zitkussen tussen de
patiënt en het materiaal van de draagband
waardoor de patiënt tijdens het verplaatsen uit
de draagband zou kunnen glijden.
– Zorg er bij het optillen van een patiënt voor dat
het hoofd voldoende wordt ondersteund.
– Plaats de patiënt in de draagband volgens de
instructies die bij de draagband zijn geleverd.
– Zorg ervoor dat u alle aanpassingen voor de
veiligheid en het comfort voor de patiënt hebt
ingesteld voordat u de patiënt gaat verplaatsen.
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
Het gebruik van beschadigde draagbanden kan
ertoe leiden dat de patiënt valt of de zorgverleners
gewond raken.
– Verbleekte, gescheurde, gerafelde en
beschadigde draagbanden zijn onveilig en
kunnen leiden tot letsel. Verwijder deze direct.
Voor de keuze van een draagband moet een risicoanalyse
worden gemaakt door een professionele zorgverlener. Bij
de risicoanalyse moet het volgende in overweging worden
genomen:
•
Het gewicht, de omvang, het fysieke vermogen en de
medische toestand van de patiënt.
•
De wijze waarop de verplaatsing zal plaatsvinden en de
omgeving.
•
De compatibiliteit met de andere tilapparatuur die
wordt gebruikt.
Raadpleeg voor meer informatie de keuzehandleiding
voor draagbanden van Invacare
4.2 De draagband aanbrengen
Stand Assist-draagband aanbrengen
1. Laat de patiënt voorover leunen en bied daarbij
voldoende ondersteuning zodat hij of zij niet valt.
2. Breng de draagband centraal langs de rug van de patiënt
omlaag. De onderste rand van de draagband moet
daarbij op een lijn komen met de bovenste rand van
het bekken. Fig. 2a
3. Laat de patiënt achterover leunen tegen de draagband.
4. Maak de riem vast rondom de borst van de patiënt en
controleer of deze goed is bevestigd. Fig. 2b
Transfer Stand Assist-draagband aanbrengen
1. Laat de patiënt voorover leunen en bied daarbij
voldoende ondersteuning zodat hij of zij niet valt.
2. Breng de draagband centraal langs de rug van de patiënt
omlaag. De onderste rand van de draagband moet
daarbij op een lijn komen met de bovenste rand van
het bekken. Fig. 3a
3. Laat de patiënt achterover leunen tegen de draagband.
60124417-A