6 BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES VAN HET
TOUCHSCREEN DISPLAY 1.
mer van de synergetische curven en de opties van de gene-
rator.
Deze informatie is ook opgenomen in hoofdstuk
6.1 MIG-PROCES. STARTSCHERM.
O
A
B
C
A
Het display toont de lasstroom in Ampère, de las-
spanning in Volt, de aanbevolen dikte in mm en de
snelheid van de lasdraad in m/min. Tijdens het lassen
worden continu op het display de spannings- en stroom-
waarden weergegeven. Aan het einde van het lassen
worden op het display de laatste waarden in Ampère
en Volt en HOLD weergegeven. De parameters in HOLD
worden BLAUW op het display weergegeven. Als u met
het apparaat in HOLD midden op het display drukt, wordt
een scherm geopend waarop de hoofdparameters van
de laatste laswerkzaamheid worden weergegeven: de
tijd in seconden dat de boog ontstoken was, de tijd in
seconden van de hoofdstroom, de gemiddelde stroom
in Ampère, de gemiddelde spanning in Volt en de totale
energie in Kj. De parameters Ampère en Volt worden sy-
nergetisch geregeld met de knop 2
B
Gebruik het desbetreffende symbool om de
gas- en draadtests te verrichten.
seconden in te stellen. Druk opnieuw op de toets
de gasstroom te onderbreken.
Bij de inschakeling van de ma-
chine toont het display een
aantal seconden het artikel-
nummer van de machine, het
serienummer, de versie en de
ontwikkelingsdatum van de
Firmware, het release-num-
M L
I
H
D
E
F
Met een druk op de toets
(gastest)wordt een bepaalde
tijd lang gas door de toorts
afgegeven. Deze tijd kan
worden geregeld met de
toets 30 en door met de
knop 2 een tijd van 1 tot 60
Met een druk op de toets
door de toorts afgegeven met een snelheid die kan wor-
den geregeld met de toets 8.0 en door met de knop 2
een waarde van 1 tot 22 meter/minuut in te stellen. Ge-
durende de test moet de toets
gehouden.
Druk op de toets
keren.
C
Start Stop
Selecteer het desbetreffende symbool om de lasmodus
2T, 4T of 3L te kiezen.
.
2T-modus.
De machine begint te lassen zodra u op de knop van de
toorts drukt. Het lassen wordt onderbroken zodra u de
knop loslaat. Samen met de 2T-modus kunnen tevens
de parameter (Automatische Hot Start) HSA en de pa-
rameter (Eindkrater vullen) CRA worden gekozen. De 2
N
parameters HSA en CRA kunnen tegelijkertijd of elk af-
zonderlijk geactiveerd worden.
G
Als de parameter HSA geactiveerd is, kan de operator de
Startstroom instellen op een waarde tussen 10 en 200%
van de lasstroom.
Als de parameter geactiveerd is, kan de operator de Af-
looptijd tussen de lastijd en de Kratervulling instellen
op een waarde tussen 0,1 en 10 seconden.
De operator kan de Kratervulling instellen op een waar-
de van 10 tot 200% van de lasstroom.
Verder kan de operator de duur van de stroom instellen
op een waarde van 0,1 tot 10 seconden van de Krater-
vulling.
Om de waarden van de Aflooptijd, de Kratervulling en
de Tijd kratervulling te kunnen instellen, moet het hoofd-
menu worden geopend met de toets F MENU en moet
vervolgens met een druk op de toets PARAMETERS het
menu Procesparameters worden geopend. Selecteer de
parameter door aan de knop 2 te draaien. Met een druk
op de knop wordt het scherm voor de instelling geopend.
Door aan de knop te draaien kan de waarde worden in-
gesteld.
om
(draadtest) wordt de draad
ingedrukt worden
om naar het vorige menu terug te
141