N
het naar het juiste inzamelingspunt te brengen. De
L
meest vulstations, reparatiegarages en recyclingcentra
accepteren afgewerkte olie zonder kosten in rekening te
brengen. Voeg geen antivries of transmissievloeistof aan
de afgewerkte olie toe. Houd de olie buiten bereik van
kinderen en uit de buurt van open vuur.
9.3 Automatisch stoppen bij oliegebrek (afb. 2)
De machine start niet als er te weinig olie is.
•
Ontstaat er oliegebrek terwijl de machine loopt, dan
•
zal het oliewaarschuwingslampje (nummer 15) rood
oplichten en de motor stoppen. Het lampje gaat uit als
de motor volledig stilstaat.
De motorolie moet bijgevuld worden voordat de motor
•
weer gestart kan worden.
9.4 Luchtfilter (afb. 9, 10)
Maak het luchtfilter geregeld schoon en vervang het zo
nodig. Lees ook de service-informatie.
Verwijder de kap van het luchtfilter (letter E).
•
Verwijder het luchtfilter (letter G).
•
Maak het luchtfilter schoon door erop te kloppen.
•
Hardnekkig vuil verwijdert u met zeepwater, daarna
afspoelen met schoon water en aan de lucht laten
drogen. Belangrijk: gebruik geen schuurmiddelen of
benzine om het luchtfilter schoon te maken.
In omgekeerde volgorde monteren.
•
9.5 Bougie (afb. 11)
Controleer de bougie geregeld op slijtage. Lees ook de
service-informatie.
Trek de bougiekabel los (letter I) door hem te draaien.
•
Verwijder de bougie (letter J) met de meegeleverde
•
bougiesleutel.
Maak de bougie schoon met een koperborstel of
•
monteer een nieuwe.
In omgekeerde volgorde monteren.
•
30