draait
u
de
kloksgewijs, vast.
Verblijf binnen de verwijzing zonder
uittredende het merk STOP.
5.- PLAATSING VAN DE MONITOR.-
Neem de monitor (1), Fig.4, plaats de
monitor in de beugel (2). Steek de pin
van
de
middelste
achterkant van de monitor (zie het
instructieboek van de monitor.
Afmeren deksel monitor met schroef
(75).
6.- MONTAGE VAN DE PEDALEN.-
Volg de montage-instructies voor de
pedalen nauwgezet. Wanneer dezen
niet correct worden gemonteerd kan
de schroefdraad van het pedaal of
crank beschadigd worden.
De aanduidingen rechts (23R) en links
worden gezien, gezeten op het zadel,
in de richting waarin men de oefening
doet Het rechterpedaal, aangegeven
door de letter (R) wordt aan de rechter
crank, aangegeven door de letter (R),
met de wijzers van de klok mee,
geschroefd. Draai stevig vast, Fig.4.
Het linkerpedaal (23L), aangegeven
door de letter (L) wordt aan de linker
crank, aangegeven door de letter (L),
tegen de wijzers van de klok in,
geschroefd. Draai stevig vast, Fig.4.
7.-
AFSTELLING
WEERSTAND.-
Om
de
inspanning
oefeningen te regelen, is dit apparaat
voorzien van een weerstandsregelaar
(7), die zich bevindt aan de buis van
het centrale frame (70) Fig.4. Door
deze in de richting van de wijzers van
de
klok
te
verschillende weerstandsinstellingen.
instelknop
stevig,
kabel
in
VAN
tijdens
draaien
verkrijgt
Om de spanning op de pedaalslag te
verhogen
weerstandsregelaar (7) kloksgewijs (+),
tot dat u de voor u gewenste inspanning
tijdens de oefening heeft bereikt.
Om de spanning op de pedaalslag te
verlagen draait u de weerstandsregelaar
(7) tegen de wijzers van klok (-), Tijdens
de
het uitvoeren van de oefening wordt het
vliegwiel, door het effect van het
afremmen, warm.
Daarom wordt aanbevolen, na het
beëindigen
weerstandsregelaar
minimumstand
voorkomen dat de remschoen verhardt.
Belangrijk: Deze weerstandsregelaar
(7) beschikt over een noodrem die,
wanneer men hierop hard drukt (zoals
door
de
aangegeven), een directere remming
op het wiel tot gevolg heeft.
NIVELLERING.-
Controleer, wanneer u de eenheid op
zijn definitieve plaats heeft geplaatst,
of deze stevig op de grond staat en of
deze waterpas staat. Dit kunt u
regelen door de nivelleringspootjes
(30) meer of minder uit te schroeven,
zoals wordt getoond in Fig.5.
VERPLAATSING EN OPBERGEN.-
DE
Dit apparaat is uitgerust met wieltjes
(44)
Fig.6,
de
vergemakkelijkt.
bevinden zich aan de voorkant van het
apparaat en vergemakkelijken het u het
apparaat te verplaatsen en op de
uitgekozen plaats te plaatsen door de
voorkant iets te laten overhellen en te
u
duwen, zoals wordt getoond in Fig.6.
30
draait
u
van
de
op
te
zetten
pijl
van
Fig.4
wat
het
verplaatsen
De
twee
de
oefening,
de
om
te
wordt
wieltjes