Bij de montage van de schoorsteen direct onder een te
openen venster moet altijd een elektrische raamschake-
laar (art.-nr. 34000-85800) worden aangebracht.
Het apparaat bevestigen
Controleren of het voertuig over een dragende bodem, dub-
bele of tussenvloer beschikt voor het bevestigen van de ver-
warming, als deze ongeschikt is, vooraf voor een dragende
ondergrond zorgen (bijv. een aan de bodem vastgelijmde
multiplexplaat).
a
a
De kachel met 4 schroeven B 5,5 x 25 (bij de levering inbe-
grepen) op de voertuigbodem, dubbele of tussenvloer vast-
schroeven. Afhankelijk van de inbouwsituatie kan de kachel
ook met 3 schroeven worden bevestigd – daarbij moeten de
aluminiumvoeten (a) altijd en naar keuze één van de kunststof-
voeten (b) aan de voertuigbodem worden vastgeschroefd.
Verwarming moet aan de voertuigbodem, dubbele
of tussenvloer worden vastgeschroefd om bescha-
digingen van de gasinstallatie door bewegingen tijdens
het rijden uit te sluiten!
Afvoer van rookgas
Voor de Truma Combi kachel mag alleen de Truma afvoerpijp
AA 3 (art.-nr. 39320-00) en de toevoerbuis van de verbran-
dingslucht ZR (art.-nr. 39580-00) worden gebruikt, omdat het
toestel alleen met deze buizen gecontroleerd en goedgekeurd
is. Deze buizen mogen bij de montage niet platgedrukt of
geknikt worden.
De dakschoorsteen is als accessoire bij het verwarmings-
apparaat verkrijgbaar – een montagehandleiding vindt u
bij de dakschoorsteen.
Montage van de wandschoorsteen
Toegelaten lengte van buizen
De opgegeven lengtematen hebben betrekking op de
verbrandingslucht-toevoerbuis.
max.
20 cm
max. 100 cm
Voor wand schoorstenen mogen buizen met een minimale
lengte van 60 cm en een maximale lengte van 100 cm, naar
wens stijgend of met een verval van max. 20 cm worden
aangebracht.
Buislengtes vanaf 100 cm tot max. 150 cm mogen alleen
oplopend worden aangelegd.
Maak de buizen op maat zodat ze tijdens het monteren door
b
de opening voor de schoorsteen naar buiten steken. De af-
voerbuis (1) moet 10 % langer zijn dan de toevoerbuis van de
verbrandingslucht (5). Zo vermijdt u uitzet- en trekbelasting
van de rookgasafvoerbuis.
De wand-schoorsteen monteren
b
16
Wandschoorsteen (pijl wijst naar boven) op een vlakke
ondergrond monteren, waarlangs wind aan alle kanten kan
stromen. Boor een opening Ø 83 mm (eventuele holle ruimten
rond de schoorsteen met hout opvullen). Dicht af met behulp
van de meegeleverde rubberen pakking (8). Gestructureerde
oppervlakken moeten met een plastisch carrosserie-dichtmid-
del – geen siliconenkit! – worden ingesmeerd.
Voordat u de gecombineerde aan-/afvoerbuis door de ope-
ning heen steekt, moet u de buisklem (7) over de buis heen
schuiven.
Rubber afdichting (8 – gladde zijde naar de schoorsteen,
afdichtslippen naar de wand) op binnengedeelte schoor-
steen (9) en klem (2) over afvoerbuis (1) schuiven. Gasafvoer-
buis (1) op het einde samendrukken, zodat – op ca. 2 cm –
winding aan winding ligt, en via de O-ring (10) op de steun
(11) schuiven (de buiging wijst naar voren).
Klem (2) met de gaten op de pennen van de aansluit-
stomp (11) inhangen (schroef omlaag) en vastschroeven.
Schuif de verbrandingslucht-toevoerbuis (5) over het gekar-
telde aansluitstuk (12).
Binnengedeelte schoorsteen (9) met de 6 schroeven (13)
vastmaken, buitengedeelte schoorsteen (14) opzetten en met
2 schroeven (15) vastschroeven (schroeven B 3,5 x 25 bij
levering inbegrepen).
Toevoerbuis van de verbrandingslucht met klem (7) aan
binnenkant van de aansluiting (12) bevestigen en (bij lengte
van meer dan 60 cm) met minstens één ZRS klem (16 – art.-
max. 100 cm
nr. 39590-00) aan de wand bevestigen.
5
7
1
8
10
2
5
11 12
1,0 – 1,4 Nm
1
TOP OBEN
9
15
14
13
37