van tijd tot tijd (ca. alle 2–3 maanden)
op.
Een niet-inachtneming van de boven-
staande omgang met de accu kan tot
een defect leiden.
Aanbrengen van de accu
Verwijder met een schroevendraaier
3
het deksel van het accuvak bij het
Carrera RC-voertuig.
Verbind het kabeluiteinde van het Carrera
RC-voertuig met dat van de accu. Accu
inleggen. Deksel met een schroeven-
draaier dichtschroeven.
Plaatsen van de batterijen
Open het batterijvak met een schroevendraaier en plaats
4
de batterijen in de controller. Let op de correcte polariteit.
Gebruik nieuwe en oude batterijen of batterijen van verschillende
fabrikanten nooit samen. Na het sluiten van het vak kunt u de
functionaliteit van de controller met behulp van de Powerschake-
laar op de voorzijde controleren. Bij de ON-positie van de Power-
schakelaar en reglementaire functie dient de LED bovenaan in het
midden van de controller rood op te lichten.
Nu kan de rit beginnen
Binding van voertuig en controller
Het Carrera RC-voertuig en de controller zijn in de fabriek
5
gekoppeld.
1. Schakel het voertuig met de ON/OFF-schakelaar in. De
6
LED op de bovenzijde van het voertuig knippert ritmisch.
2. Schakel de controller in. De LED aan de controller knip-
7
pert ritmisch.
Na enkele seconden branden de LEDs aan het voertuig en de
controller permanent. De koppeling is voltooid.
Afstellen van de besturing resp. het rempunt
Indien bij het gebruik van het Carrera RC-voeruig blijkt dat
8
het voertuig naar rechts of links trekt, kan het rechtdoor
rijden of het rempunt als volgt worden gecorrigeerd.
• Bind het voertuig en de controller zoals in hoofdstuk
beschreven.
• Houd de knop aan de rechter bovenzijde van de controller ca. 2
seconden ingedrukt. De afstelmodus is actief, zodra de control-
lerled knippert.
• Het rechtdoor rijden kan met de rechter joystick worden afge-
steld.
• Het rempunt kan met de linker joystick worden afgesteld.
• Om het afstellen te beëindigen, houdt u de knop aan de rechter
bovenzijde van de controller opnieuw ca. 2 seconden ingedrukt.
Eerst oefenen!
Waarschuwing, dit voertuig haalt snelheden tot
9
18 km/h. Gelieve te oefenen op een vrije plaats met mini-
mum 2,5x2,5 meter oppervlak. Gelieve bij de eerste keer de
gashendel slechts voorzichtig te bedienen.
Bouw met veiligheidsdriehoeken, blikjes of dergelijke een
10
Carrera RC-racecircuit op een grote en vrije plaats. De
fundamentele besturingstechniek bij het rijden met een Carrera
RC-voertuig bestaat erin, op rechte stukken snel te rijden en in de
bochten af te remmen.
• Bij het vervangen van de eerste accu door de tweede moet
een rijpauze van minstens 10 minuten worden ingelast. Bij
daarop volgende vervangingen moet telkens een rustpauze
van minstens 20 minuten worden ingelast.
• Permanent gebruik van de motor vermijden.
• Als het voertuig zichzelf meermaals kort na elkaar vanzelf
uitschakelt is de accu leeg. Gelieve de accu te laden.
• Na ca. 30 minuten stilstand worden de controller en het
voertuig automatisch uitgeschakeld. Om het voertuig op-
nieuw te gebruiken zet u de ON/OFF schakelaar aan control-
ler & voertuig eenmaal op OFF en aansluitend weer op ON.
• Voor het uitschakelen na de rit de stappen in omgekeerde
volgorde volgen.
• Na de rit de accu uitnemen. Laad de accu na gebruik abso-
luut weer op, om een zogenaamde diepteontlading van de
accu te vermijden. De accu moet na gebruik minimum
20 minuten afkoelen, voor hij weer volledig mag worden
geladen.
• Bewaar de accu altijd buiten het voertuig.
• Het Carrera RC-voertuig na de rit schoonmaken.
Functies van de controller
DIGITAL PROPORTIONAL
11
Met de joysticks kunt u nauwkeurige stuur- en
rijmanoeuvres uitvoeren.
Joystick links: Traploos vooruit- en achteruitrijden met verschil-
lende snelheden. Opmerking: Het voertuig rijdt achteruit langza-
mer dan vooruit.
Joystick rechts: Nauwkeurig naar rechts en links sturen met
traploze stuuruitslag.
Dankzij 2,4GHz-technologie kunnen tot 16 voertuigen sa-
12
men op een racebaan rijden. Dit is mogelijk zonder enige
frequentieafstemming onder de coureurs.
Het halssnoer aan het oog van de controller bevestigen en
13
rond de hals hangen.
WAARSCHUWING! Risico van wurging!
Probleemoplossingen
Probleem
Model rijdt niet.
Oorzaak: Schakelaar op de zender of / en model staat / staan op
"OFF".
Oplossing: Inschakelen.
Oorzaak: Zwakke of helemaal geen accu in het model.
Oplossing: Geladen accu inleggen.
Oorzaak: De auto is aan een hindernis blijven staan.
Oplossing: De overspanningsbeveiliging heeft de auto uitge-
schakeld. De ON/OFF schakelaar aan het voertuig eenmaal op
OFF, dan weer op ON schakelen en op een vrije plaats zetten.
Oorzaak: Zwakke accu/batterij in de zender of in het model.
5 6 7
Oplossing: Geladen accu of batterij inleggen.
Oorzaak: De controller is eventueel niet correct aan de ontvanger
in het model gekoppeld.
Oplossing: Breng zoals beschreven onder 'Nu kan de rit begin-
nen', een koppeling tussen model en controller tot stand.
Oorzaak: Na ca. 30 minuten stilstand worden de controller en het
voertuig automatisch uitgeschakeld.
Oplossing: Om de zender opnieuw te gebruiken zet u de ON/OFF
schakelaar aan controller & voertuig eenmaal op OFF en aanslui-
tend weer op ON.
Oorzaak: Het voertuig is zeer warm.
Oplossing: Voertuig en controller uitschakelen en het voertuig
ongeveer 30 minuten laten afkoelen.
Oorzaak: De oververhittingsbeveiliging heeft de auto wegens te
sterke opwarming doen stoppen.
Oplossing: De ontvanger uitschakelen. De RC auto ca. 30 mi-
nuten laten afkoelen.
Probleem
Geen controle.
Oorzaak: Het voertuig zet zich ongewild in beweging.
Oplossing: Breng zoals beschreven onder 'Nu kan de rit begin-
nen', een koppeling tussen model en controller tot stand.
Vergissingen en fouten uitgesloten
Kleur/finale ontwerpaanpassingen uitgesloten
Technische aanpassingen en ontwerp gerelateerde aanpassingen uitgesloten
Pictogrammen = symbolisch foto's
19
NEDERLANDS