3. Installatie
WAARSCHUWING: DC- (PV) INGANGSSPANNING NIET
GEÏSOLEERD VAN ACCUCIRCUIT.
LET OP: VOOR EEN GOEDE
TEMPERATUURCOMPENSATIE MOETEN DE
OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE LADER EN
ACCU BINNEN 5°C LIGGEN.
3.1. Algemeen
● Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de
voedingsklemmen naar omlaag.
● Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de
accu (om schade wegens gasvorming van de accu te
voorkomen).
● Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv.
omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5°C) kan
leiden tot een kortere levensduur van de accu.
● De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de
accu-opslagvoorschriften van de Canadese Elektrische Code,
deel I.
● De accuaansluitingen (en bij de Tr-versie ook PV-
aansluitingen) moeten worden beschermd tegen onbedoeld
contact (bv. installatie in een behuizing).
3.2 Aarding
● Accu-aardingsconfiguratie: de lader kan worden
geconfigureerd als een positief of negatief geaard systeem.
Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe (bij
voorkeur dicht bij de accu) om storingen in het systeem te
voorkomen.
● Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding
is toegestaan, omdat het is geïsoleerd van de positieve en
negatieve aansluiting.
● DE The USA National Electrical Code (NEC) vereist het gebruik
van een externe aardlekschakelaar. Deze MPPT-laders
beschikken niet over een interne aardlekschakelaar. De
negatieve aansluiting van het systeem dient via een
aardlekschakelaar te worden verbonden met de aarde op
(uitsluitend) een enkele locatie.
● De lader mag niet worden aangesloten op geaarde
zonnepanelen.
5