- NL -
Inbedrijfstelling
O P M E R K I N G
Apparaat wordt onherstelbaar beschadigd als deze met een dimmer wordt gebruikt. Het bevat gevoelige elekt-
rische componenten.
• Sluit het apparaat niet aan op een dimbare voeding.
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde zelftest uit (Environmental Function Con-
trol (EFC)). De pomp herkent, of deze droogloopt/geblokkeerd is of is ondergedompeld. Bij drooglopen/blokkeren
schakelt de pomp automatisch na ca. 90 seconden uit. Onderbreek in geval van storing de voedingsspanning en laat
de pomp doorstromen resp. verwijder de hindernis. Vervolgens kunt u het apparaat weer in bedrijf nemen.
Inschakelen: Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet. Het apparaat schakelt onmiddellijk aan.
Uitschakelen: Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet af.
Seasonal Flow Control (SFC)
Zo gaat u te werk:
N
• Schakelaar indrukken en schuiven.
– Op de schakelaar wordt ON getoond: de functie is ingeschakeld.
– Op de schakelaar wordt ON afgedekt: de functie is uitgeschakeld.
Storing verhelpen
Storing
De pomp start niet
Pomp werkt niet
Oppompvolume onvoldoende
Pomp schakelt na korte looptijd uit
40
Oorzaak
Er is geen netspanning
Filterhuis verstopt
Water ernstig verontreinigd
Rotor is geblokkeerd
Filterhuis verstopt
Te hoge verliezen in de toevoerleidingen
Water ernstig verontreinigd
Watertemperatuur te hoog
Rotor is geblokkeerd
Pomp is drooggelopen
Schakelende voeding te warm
Oplossing
• Netspanning controleren
• Stekkerverbinding van de aansluitkabel con-
troleren
• Toevoerleidingen controleren
• Reinigen (→ Apparaat reinigen)
• Pomp reinigen. Na het afkoelen van de mo-
tor schakelt de pomp zich weer automatisch
in.
• Netstekker uit contactdoos halen en hinder-
nis verwijderen. Aansluitend pomp weer
inschakelen.
• Reinigen (→ Apparaat reinigen)
• Kies een grotere slangdiameter
• Slang inkorten tot de benodigde minimum-
lengte
• Onnodige koppelstukken vermijden
• Pomp reinigen (→ Apparaat reinigen). Na het
afkoelen van de motor schakelt de pomp
zich weer automatisch in.
• Maximale watertemperatuur van +35 °C aan-
houden. Na het afkoelen van de motor scha-
kelt de pomp zich weer automatisch in.
• Netstekker uit contactdoos halen en hinder-
nis verwijderen. Aansluitend pomp weer
inschakelen.
• Pomp vullen. Bij gebruik in vijver het appa-
raat volledig onderdompelen.
• Maximale omgevingstemperatuur aanhou-
den. (→ Technische gegevens). De schake-
lende voeding schakelt automatisch uit, wan-
neer deze te warm wordt.
• Na afkoeling: Netstekker ontkoppelen en ap-
paraat weer inschakelen. (→ Inbedrijfstelling)