- NL -
Inbedrijfstelling
O P M E R K I N G
Apparaat wordt onherstelbaar beschadigd als deze met een dimmer wordt gebruikt. Het bevat gevoelige elekt-
rische componenten.
• Sluit het apparaat niet aan op een dimbare voeding.
Zo brengt u de stroomvoorziening tot stand:
Inschakelen: Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet. Het apparaat schakelt onmiddellijk aan.
Uitschakelen: Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet af.
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde zelftest uit (Environmental Function Con-
trol (EFC)). De pomp herkent, of deze droogloopt/geblokkeerd is of is ondergedompeld. Bij drooglopen/blokkeren
schakelt de pomp automatisch na ca. 90 seconden uit. Onderbreek in geval van storing de voedingsspanning en laat
de pomp doorstromen resp. verwijder de hindernis. Vervolgens kunt u het apparaat weer in bedrijf nemen.
Storing verhelpen
Storing
De pomp begint niet te draaien
De pomp verpompt niet
De pompopbrengst is onvoldoende
De pomp schakelt na korte tijd uit
Reiniging en onderhoud
Apparaat reinigen
T I P
Aanbeveling voor het reinigen:
• Apparaat naar behoefte, maar minstens 2 maal per jaar reinigen.
• Aan de pomp vooral rotor en pomphuis reinigen.
• Bij teruglopende prestaties, het filter met een zachte borstel onder stromend water reinigen.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen of chemische oplossingen.
• Aanbevolen reinigingsmiddelen bij hardnekkige kalkaanslag:
– Pompreiniger PumpClean van OASE.
– Azijn- en chloorvrije huishoudreiniger.
• Na het reinigen alle delen met schoon water afspoelen.
24
Oorzaak
Netspanning ontbreekt
Filterhuis verstopt
Water ernstig verontreinigd
Rotor is geblokkeerd
Filterhuis verstopt
Te veel verliezen in de toevoerleidingen
Water ernstig verontreinigd
Rotor is geblokkeerd
Pomp is drooggelopen
Remedie
• Netspanning controleren
• Toevoerleidingen controleren
Reinig de filterschalen
Pomp reinigen. Als de motor is afgekoeld,
schakelt de pomp automatisch weer in.
Stekker uittrekken en belemmering verwijde-
ren. Schakel vervolgens de pomp weer in.
Reinig de filterschalen
• Kies een grotere slangdiameter
• Het trapsgewijze slangmondstuk op de
slangdiameter aanpassen
• Slang inkorten tot de benodigde minimum-
lengte
• Onnodige verbindingsstukken vermijden
Pomp reinigen. Als de motor is afgekoeld,
schakelt de pomp automatisch weer in.
Stekker uittrekken en belemmering verwijde-
ren. Schakel vervolgens de pomp weer in.
Pomp vol laten lopen. Bij gebruik in de vijver
het apparaat volledig onderdompelen.