Inbouwhandleiding Veiligheidsinstructies; Opstellen; Gebruik Van De Kooitrekveerklemmen; Aansluiting - Truma BC 430 IU Instrucciones De Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 38
Inbouwhandleiding
Veiligheidsinstructies
In dit toestel zijn componenten ingebouwd, die een
vonk- of lichtboog kunnen veroorzaken!
De aansluiting van het stroomnet op het toestel moet in over-
eenstemming met de geldige nationale installatievoorschriften
uitgevoerd worden.
Dit apparaat bevat componenten die een lichtboog en vonken
kunnen veroorzaken. Daarom moet het apparaat, terwijl het in
een garage of dergelijke plaats gebruikt wordt in een hiervoor
voorziene ruimte of behuizing ondergebracht worden!
De montage en de aansluiting van elektrische apparaten moet
in principe door geschoold personeel uitgevoerd worden!
Zorg er voor, dat de stroomtoevoer afgekoppeld is! Stekker
uittrekken!
Gebruik voor de aansluiting van het toestel alleen de meegele-
verde delen alsook de voorgeschreven leidingdoorsneden en
zekeringen!
Gebruik alleen geschikt en onberispelijk gereedschap.
Sluit het toestel alleen conform het meegeleverde installatie-
schema aan!

Opstellen

De onderdelen (toebehoren) die zich in het verpakkingskarton
bevinden uitpakken en op volledigheid controleren:
1 Gebruiksaanwijzing en montagevoorschriften
1 aansluitkabel 230 V, 1 m
1 maxizekering 40 A met klem voor zekeringhouder
1 vlaksteekzekering 2 A met klem voor zekeringhouder
4 bevestigingsschroeven
4 onderlegplaatjes
2 kabelschoenen
Het toestel moet tegen vochtigheid en nattigheid beschermd
worden opgesteld. De opstellingsplaats moet schoon, droog
en goed geventileerd zijn. Bij de werking kan de behuizing tot
ca. 75 °C opwarmen. Houd daarom een minimumafstand van
100 mm aan en zorg ervoor dat de ventilatiesleuven niet afge-
dekt worden.
De ruimte die voor het toestel ter beschikking gesteld wordt,
mag de onderstaande afmetingen niet onderschrijden, omdat de
minimumafstand van rondom 100 mm gevrijwaard moet zijn.
Lengte: 502 mm / Breedte: 373 mm / Hoogte: 210 mm
De inbouwruimte voor het toestel moet bovenaan en zijde-
lings van ventilatieopeningen voorzien zijn, die een totale ope-
ning van 100 cm² opleveren.
Batterijen met vloeibaar elektrolyt moeten in een afzonderlijke
box met een ventilatie naar buiten opgesteld worden. Een
afzonderlijke box is bij gel- en AGM-batterijen niet nodig. De
installatievoorschriften van de batterijfabrikant in acht nemen.
Het toestel met de vier meegeleverde bevestigingsschroeven
veilig bevestigen. De poten van het apparaat kunnen 90° ge-
draaid worden. Hiervoor moeten de schroeven aan de poten
gelost worden. Daarna kunnen de poten gedraaid en weer
vastgeschroefd worden.
Zorg ervoor, dat de ventilatiesleuven vrij blijven! De
minimumafstand moet rondom 100 mm bedragen!
Onvoldoende ventilatie kan oververhitting van het toestel
veroorzaken!
30
Het toestel is geconcipieerd voor een werking in een om-
gevingstemperatuur tot 35 °C. Indien de temperatuur in het
toestel door gebrekkige luchtcirculatie of te hoge omgevings-
temperatuur stijgt, dan wordt de laadstroom automatisch
trapsgewijs gereduceerd.
Gebruik van de kooitrekveerklemmen
Bereid de aansluitkabels voor. Het kabeluiteinde voor aanslui-
ting B+ (kleine kooitrekveerklem) moet 8 – 9 mm ontmanteld
zijn. De kabeluiteinden voor de accuaansluitingen (grote kooi-
trekveerklemmen) moeten 11 – 12 mm ontmanteld zijn. Ader-
eindhulzen zijn niet noodzakelijk.
De trekveerklem kan met behulp van een passende sleuf-
schroevendraaier geopend worden.
Leid hiervoor de sleufschroevendraaier in de bovenste, vier-
kante opening en druk de trekveerklem open. Het klemgedeel-
te in de bovenste ronde opening zwenkt daarbij open.
Leid de kabel tot bij de isolatie in de kooitrekveerklem (boven-
ste ronde opening) en trek de sleufschroevendraaier uit. De
trekveerklem sluit weer en de kabel is veilig bevestigd.
Herhaal deze procedure voor alle aansluitingen:
B+, Battery +, Battery -
Zorg ervoor, dat de kabeluiteinden stevig in de kooitrekveer-
klemmen bevestigd zijn!

Aansluiting

Voor het aansluiten of onderbreken van leidingen
moeten de toevoerleidingen van accu en stroomnet
losgekoppeld worden! Gebruik uitsluitend de voorgeschreven
leidingdoorsneden en zekeringsterktes!

Lengtes en doorsneden van leidingen

Stroomcircuit
Plus
Laadstroomleiding rood
Min
Laadstroomleiding blauw
Meetdraad B+ rood
Aansluiting batterij
Verbind het laadtoestel volgens het aansluitschema (afbeel-
ding 3) met de batterij. Let op de leidingdoorsneden en de
correcte aansluiting van de polen!
De min-laadstroomleiding voor de accu (blauw 10 mm²) aan
de minuitgang op het toestel en de minpool van de accu
aansluiten.
De plus-laadstroomleiding voor de accu (rood 10 mm²) aan
de plusuitgang voor de accu op het toestel en de pluspool
van de accu aansluiten. Deze leiding moet absoluut, dicht
bij de pluspool van de accu, met de bijgeleverde 40 A maxi-
zekering beveiligd worden!
Meetleiding (rood 0,75 mm²) aan de B+ ingang op het toe-
stel en de pluspool van de accu aansluiten. Deze leiding
moet absoluut, dicht bij de pluspool van de accu, met de
bijgeleverde 2 A vlaksteekzekering beveiligd worden!
Laadcontrolepaneel
Indien u een laadcontrolepaneel gebruikt, sluit u dit op de
7-polige LK-paneelaansluiting op het apparaat aan.
Leidings-
Leidings-
lengte
doosnede
tot
3 m
10 mm²
meer dan 3 m
16 mm²
tot
10 m
0,75 mm²

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido