Inbouwen
Voorzorgen voor installatie
BELANGRIJK
Installeer dit product nooit op plaatsen waar, of op een
manier waardoor het:
De bestuurder of passagiers kan verwonden als het
voertuig plotseling stopt.
De bestuurder kan hinderen bij de bediening van het
voertuig, bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuur-
dersstoel, of in de buurt van het stuur of de versnel-
ling.
Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de voorge-
schreven wijze, zodat dit product correct wordt inge-
bouwd. Als bepaalde onderdelen niet bij het product
zijn geleverd, moet u geschikte onderdelen op de
voorgeschreven wijze gebruiken nadat u de geschikt-
heid van de betreffende onderdelen bij uw dealer
hebt nagevraagd. Als u andere onderdelen dan de
bijgeleverde onderdelen gebruikt of onderdelen die
niet geschikt zijn, kunnen deze beschadigingen aan
de interne onderdelen van het product veroorzaken of
kunnen deze onderdelen en het product losraken.
Installeer dit product niet op een plek waar het
(i) het zicht van de bestuurder kan belemmeren,
(ii) de werking van bedieningssystemen of veilig-
heidsvoorzieningen van het voertuig kan belemmeren,
zoals de airbags, knoppen voor noodverlichting, of
(iii) de bestuurder kan hinderen bij het veilig bedie-
nen van het voertuig.
Installeer het product in geen geval voor of naast de
locaties in het dashboard, het portier of de deurstijl
van waar de airbags van uw voertuig tevoorschijn
zullen komen. Raadpleeg het instructieboekje van uw
voertuig voor de locatie van de voorairbags.
Voor de installatie
Raadpleeg uw dichtstbijzijnde dealer als er voor de installa-
tie gaten moeten worden geboord, of als er andere wijzigin-
gen in het voertuig moeten worden aangebracht.
Voordat u dit product definitief installeert, is het raadzaam
tijdelijk alle aansluitingen te maken om te kijken of deze
correct zijn en alles naar behoren functioneert.
46
Opmerkingen betreffende de
installatie
Installeer dit product niet op plaatsen die kunnen worden
blootgesteld aan hoge temperaturen of vocht, zoals:
Dichtbij een radiator, luchtopening of
airconditioningapparaat.
Op plaatsen blootgesteld aan direct zonlicht, zoals op het
dashboard.
Plaatsen die blootgesteld kunnen worden aan regen, zoals
dicht bij een portier of op de vloer van het voertuig.
Installeer dit product horizontaal op een oppervlak onder
hoek van niet meer dan 0 tot 30 graden tolerantie (binnen
5 graden naar links of rechts). Onjuiste installatie van het
toestel op een oppervlak dat schuiner staat dan deze waar-
den vergroot de kans op fouten bij de plaatsbepaling van het
voertuig en kan ook op andere manieren leiden tot vermin-
derde prestaties van het scherm.
Om verzekerd te kunnen zijn van voldoende ventilatie bij
gebruik van dit toestel, dient u er bij de installatie voor te
zorgen dat u achter het achterpaneel en rondom het toestel
voldoende ruimte vrij laat, en dient u eventuele losse bedra-
ding samen te bundelen zodat deze de ventilatie-openingen
niet kan blokkeren.
Laat voldoende
5 cm
ruimte vrij
5 cm
De bedrading mag het op de afbeelding hieronder aangege-
ven gebied niet afdekken. Dit is vereist zodat de versterkers
vrij kunnen verluchten.
1 Bedek dit gebied niet.
Zorg dat u voldoende ruimte laat tussen het dashboard en
het LCD-paneel van dit toestel, zodat het LCD-paneel kan
worden geopend en gesloten zonder dat het dashboard
wordt geraakt.
1
2
3
1 Dashboard
2 Ruimte laten
3 LCD-paneel
Voor/achtermontage DIN
Dit toestel kan correct worden geïnstalleerd via de montage voor
of de montage achter.
Gebruik in de handel verkrijgbare onderdelen tijdens het
installeren.
Voormontage DIN
1 Bepaal waar u de zijbeugels wilt plaatsen.
Wanneer u ze installeert in een ondiepe ruimte, moet u de positie
van de zijbeugels (klein) wijzigen.
1