Invacare gaat ervan uit dat een professionele zorgverlener
een individuele beoordeling van de gebruiker heeft gemaakt
om zijn risiconiveau of therapeutische eisen te bepalen.
Leveranciers en zorgverleners hebben beoordeeld dat het
product de vereiste ondersteuning biedt en dat het op de
juiste manier is aangepast voor de gebruiker. De verzorger
en de gebruiker zijn voldoende door een professionele
zorgverlener getraind in het correcte en veilige gebruik van
het product.
4.2 Het loophulpmiddel in elkaar zetten
Verwijder vóór het in elkaar zetten de kunststof doppen uit
de zijstangen.
1. Breng de bout B en de sluitring C aan. Zorg ervoor
dat de bout vanaf de binnenzijde in de uitsparing in de
bevestiging wordt aangebracht.
2. Bevestig de vergrendelingshendel D zo op de bout B dat
de hendel aan de buitenzijde van de buis komt te zitten.
3. Schuif de handgreep E in de buis.
4. Zet de vergrendelingshendel D vast.
Bij gebruik moeten de vergrendelingshendels naar
beneden wijzen.
4.3 De rollator in- en uitklappen
De rollator inklappen
1. Trek de veiligheidsvergrendeling A omhoog - naar
achteren.
2. Duw de handvatten naar elkaar toe om de rollator in
te klappen.
WAARSCHUWING!
Uw vingers kunnen bekneld raken
– Zorg dat uw lichaamsdelen niet bekneld
raken tussen de onderdelen van het frame
wanneer u de rollator inklapt.
De rollator uitklappen
WAARSCHUWING!
Risico op vallen
– Controleer voordat u de rollator gebruikt of de
veiligheidsvergrendeling goed vastzit.
1542458-D
A
1. Duw de handvatten van elkaar af om de rollator uit te
klappen.
2. Duw de veiligheidsvergrendeling A omlaag en naar voren
om de rollator in de uitgeklapte stand te vergrendelen.
4.4 De hoogte van de handgrepen aanpassen
WAARSCHUWING!
Risico op vallen
– Controleer altijd of de hendels goed vastzitten
om te voorkomen dat de handgreep per ongeluk
omlaag zakt.
– Stel de handgrepen niet hoger in dan de
hoogste toegestane positie, zoals aangegeven
door de markering op de buizen.
Aanbevolen hoogte: Stel de handgrepen af ter
hoogte van de polsen van een gebruiker die rechtop
staat met ontspannen armen. Een therapeut kan
een andere hoogte adviseren, afhankelijk van de
specifieke behoeften van de cliënt.
A
1. Draai de hendel A los.
2. Stel de handgreep af op de juiste hoogte.
3. Draai de hendel weer vast. Duw op de handgreep om
te controleren of deze goed vastzit.
4. Herhaal de procedure aan de andere kant.
Voor een comfortabelere positie van de handen kunt
u de handgrepen iets naar binnen draaien. Dankzij het
vergrendelmechanisme wordt de maximaal toegestane hoek
niet overschreden.
WAARSCHUWING!
– De handgrepen mogen na het draaien niet naar
buiten wijzen.
A
33