van de controle/eenheid voorkomt dat het
apparaat kan worden ingeschakeld.
14. Leg de grillplaat (3) op de barbecue.
15. Installeer
het
inkervingen van het windscherm moeten
hierbij naar beneden wijzen. Steek nu
zo nodig het kleine legrooster (1) in het
windscherm.
BeDienen
1. Bereid het apparaat voor zoals beschreven
in het hoofdstuk „Monteren en in gebruik
nemen" op pagina 29.
2. Controleer of alle delen correct gemonteerd
zijn en of de barbecuetafel stabiel staat.
3. U mag het apparaat binnen om veiligheids-
redenen uitsluitend als tafelgrill gebruiken.
Als staande grill mag het apparaat uitslu-
itend op beschermde plekken buitenshuis
worden gebruikt.
4. Sluit het apparaat m.b.v. de aansluitka-
bel op het stroomnet aan (wisselstroom,
230 V~, 50 Hz) aan.
5. Stel de draaischakelaar in op de gewenste
temperatuur.
6. Als de noodzakelijke temperatuur bereikt is,
kunt u beginnen met barbecuen.
7. Als u het apparaat voor de eerste keer gebru-
ikt, kan een geringe rookontwikkeling opt-
reden.
8. Er kan door het water in de waterbak evene-
ens een beetje stoom worden gevormd. Het
water voorkomt dat de plek onder de barbe-
cue belast wordt door te hoge temperaturen.
9. Let er a.u.b. op dat het water steeds de
bodem van de bak bedekt. Als dit niet het
geval is, vul dan a.u.b. water bij. Schakel
het apparaat hiervoor uit en laat het iets
afkoelen. Let op dat er geen waterspetters
op de hete spiralen terechtkomen.
Grillen zonDer onDerStel
U kunt de barbecue natuurlijk ook zonder het onderstel gebruiken. Als u het apparaat binnen wilt
gebruiken, dan mag dit om veiligheidsredenen uitsluitend zonder onderstel gebeuren. Als staande
grill mag u het apparaat uitsluitend buiten gebruiken.
Hiervoor bereidt u het apparaat voor zoals beschreven en zet u de inzet met de correct ingebouwde en
gevulde waterbak, het verwarmingselement en de grillplaat op een geschikt, egaal oppervlak.
reiniGinG Van het aPParaat
1. laat het apparaat afkoelen, voordat u het
reinigt.
30
windscherm
(2),
16. Controleer of alle delen correct gemonteerd
zijn.
17. Sluit het apparaat op een stopcontact
de
(wisselstroom 230 V~, 50 Hz) aan.
grillplaat beschikt over een kleine uitspa-
ring waardoor u het water eenvoudig kunt
bijvullen zonder de hete grillplaat van het
apparaat te hoeven nemen.
10. Dek de barbecueplaat a.u.b. niet compleet
met aluminiumfolie of andere voorwerpen af
om oververhitting van het apparaat te vermi-
jden U kunt natuurlijk wel de normaal in de
handel verkrijgbare schalen van aluminium
gebruiken en u kunt in aluminium gewik-
kelde levensmiddelen barbecuen, zoals bijv.
aardappelen.
11. Raak de grillplaat niet aan terwijl het
apparaat in bedrijf is, omdat er gevaar voor
verbranding bestaat. Ook na het grillen blijft
de plaat nog enige tijd heet.
12. Ingevroren levensmiddelen moeten volledig
ontdooid zijn, voordat ze gebarbecued wor-
den.
13. Om een optimaal barbecue-resultaat te ver-
krijgen moet het vlees of de groente regel-
matig omgedraaid worden.
14. Het kan voorkomen dat er tijdens het bar-
becuen vet omlaag spat. Zorg evt. voor
een bescherming van de vloer waarop het
apparaat staat, om beschadiging door
omlaag spattend vet te voorkomen.
15. Als u met grillen stopt, draait u de regelaar
naar positie „MIN" en trekt u daarna de
De
stekker uit het stopcontact.
2. voordat u het apparaat gaat reinigen, schakelt
u het uit en trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.