4
LED-indicators
5
Voeding: GND
4.
Installatie en aansluiting
Sluit eerst de schakeldraad aan, sluit daarna de voedingsdraad
aan.
Zorg ervoor dat er geen kortsluiting kan ontstaan tussen de
aansluitdraden voor u de stroom inschakelt.
De toevoerspanning van de controller bevindt zich tussen
DC12V~DC24V. Het gebruik van andere spanningen zal de
controller beschadigen.
Stap 1 - Het aanraakpaneel openen
Open voorzichtig het aanraakpaneel zoals geïllustreerd (bijv. met
een kleine schroevendraaier).
Stap 2 - De aansluitkabel loskoppelen
Open de connector en verwijder voorzichtig de aansluitkabel.
V. 01 – 28/03/2013
LEDC10
9
10
10
Uitgang: G
Uitgang: B
©Velleman nv