NL
Aanwijzingen voor het maaien
Zorg bij het instellen van de maaihoogte en
rijsnelheid dat de machine niet wordt over-
omstandigheden.
Achterwaartse maaifunctie (afhankelijk van
het model)
Afhankelijk van het model is het apparaat uitgerust
met een achterwaartse maaifunctie (RCM).
Aanwijzingen voor het maaien
Gebruik de achterwaartse maaifunctie
alleen, indien absoluut nodig en wees bij-
zonder voorzichtig.
Achterwaartse maaifunctie inschakelen
Schakel het apparaat in.
Schakel het snijmechanisme in.
Druk de PTO-schakelaar voor de achterwaartse
maaifunctie [B] voor de duur van drie seconden
naar beneden en laat hem dan los.
Een rood licht rond de PTO-schakelaar voor de
achterwaartse maaifunctie licht op en u kunt nu
tijdens voorwaarts/ en achterwaarts rijden maaien.
Achterwaartse maaifunctie uitschakelen
Druk de PTO-schakelaar voor de achterwaartse
maaifunctie [B] naar beneden en laat hem dan
los.
Het rode licht rond de schakelaar dooft en de ach-
terwaartse maaifunctie is uitgeschakeld.
Aanwijzingen voor het maaien
De achterwaartse maaifunctie blijft inge-
schakeld tot
— de schakelaar voor achterwaarts maaien
nogmaals wordt gedrukt
of
— het veiligheidsblokkeersysteem bij het ver-
laten van de bestuurdersstoel het snijme-
uitschakelt
of
—
86
Mulchen (afhankelijk van het model)
Bij het mulchen wordt het gras bij het maaien in
kleine stukjes (ca. 1 cm) gesneden en blijft het lig-
behouden.
Voor een optimaal resultaat moet het gras steeds
kort worden gehouden.
De volgende aanwijzingen bij het mulchen opvolgen:
- Geen nat gras maaien.
- Nooit meer dan 2 cm van de totale lengte van het
gras afmaaien.
- Langzaam rijden.
- Reinig het snijmechanisme regelmatig.
Informeer bij uw dealer naar het toebehoren voor
mulchen.
Tips voor het verzorgen van het gazon
Het gazon bestaat uit verschillende grassoorten.
Wanneer u vaak maait, wordt de groei van sterk
wortelend gras bevordert en wordt een stevige gras-
mat gevormd.
Wanneer u zelden maait, ontwikkelen zich in ver-
sterkte mate hoog groeiende grassoorten en onkruid
(bijv. klaver, madeliefjes).
Om uw gras gezond en gelijkmatig te laten groeien
en geen banen te laten ontstaan, moet u de
gemaaide banen altijd enkele centimeters laten
overlappen.
- De normale hoogte van het gras ligt ongeveer
bij 40–50 mm. Maai ca. een derde van de totale
hoogte af, zodra het gras een hoogte van 60–
70 mm heeft bereikt.
- Maai het gras niet korten dan 40 mm, omdat an-
ders de grasmat bij droogte beschadigd kan raken
- Maai hoog gegroeid gras in etappes tot de norma-
le hoogte.
Koplamp inschakelen (afhankelijk van het
model)
Om de koplamp in te schakelen, drukt u de licht-
schakelaar [F] op de controle-/bedieningsmodule
en laat hem dan los.
De koplamp brandt.
Aanwijzing
keld, wanneer de veiligheidssleutel zich
helemaal ingestoken in de controle-/ bedie-
ningsmodule bevindt.
Aanwijzing
de veiligheidssleutel wordt uitgeschakeld.
Gebruik
-