klik van de vergrendeling hoort (afb. 2). Herhaal dezelfde han-
deling bij het tweede voorwiel.
LET OP: De voorwielen zijn gemarkeerd door twee verschillen-
de symbolen: een cirkel en een vierkant. De symbolen worden
herhaald op het onderste deel van de stang van de voorpoot
en duiden de correcte overeenstemming aan van de onderde-
len voor de montage. (afb. 2A-2B).
Het is absoluut noodzakelijk hierop te letten bij de uitvoering
van deze handeling, aangezien omgekeerd de wielblokkering
niet correct werkt
3. Om de achterwielen te monteren steekt u de wielpen in de
opening in de stang van de achterpoot (afb. 3). Herhaal de-
zelfde handeling bij het andere wiel.
Om de voor- en de achterwielen te verwijderen, moet men de
ontgrendelingsinrichtingen activeren zoals aangeduid op de
afbeeldingen 3A-3B.
LET OP: Verzeker u ervan, alvorens de wandelwagen te gebrui-
ken, dat de wielen goed aan het frame zijn vastgezet, door deze
licht naar buiten te trekken.
LET OP: Let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele
andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verze-
ker u er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van de
wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van
het kind.
BOODSCHAPPENMAND
De wandelwagen is uitgerust met een ruime boodschappen-
mand.
4. Om de mand op de wandelwagen te monteren, moet men
de linten van stof vastmaken op de daartoe bestemde plaats
onder het zitvlak en de stangen vooraan en vervolgens de
drukknop dichtplooien (afb. 4-4A). Herhaal de handeling ook
aan de andere kant. Voltooi de montage van de mand op het
frame door de stoffen bekleding op het achterste deel van
de stang vast te maken met de daartoe bestemde knoppen.
(afb. 4B). Om het gebruik van de mand te vereenvoudigen is
een opening met ritssluiting aanwezig in de achterste zone
(afb. 4C).
LET OP: Laat het kind niet op de boodschappenmand klim-
men. Deze kan breken en schade aan het kind berokkenen,
alsook de wandelwagen doen kantelen.
DE BEKLEDING VAN DE ZITTING NEMEN/DE BEKLEDING
OP DE ZITTING AANBRENGEN
5. Maak het zitje los van de wandelwagen om de bekleding aan
te brengen; maak de gesp van de buikgordel, getoond op
afbeelding 5, los alvorens te beginnen.
6. Voeg de stof op de rugleuning in (afb. 6) en doe de buikriem
langs beide kanten in de daartoe bestemde knoopsgaten
passeren op het onderste deel van de rugleuning (afb. 6A).
Breng vervolgens het tussenbeenstuk aan in het knoopsgat
op het zitje (afb. 6B).
7. Voeg de beensteunen in in de binnenkant van het onderste
deel van de stof (afb. 7).
8. Om de bekleding van het zitje te voltooien is het nodig de
stof vast te haken aan de 4 drukknoppen op de achterkant
van de rugleuning (afb. 8), en aan de twee knoppen op de
kanten van het zitje (afb. 8A). Maak de stof vast aan de basis
van de zitting met de twee knoppen en ringetjes (afb. 8B).
Voer de hiervoor beschreven handelingen uit in omgekeerde
volgorde om de bekleding te verwijderen.
LET OP: Na de veiligheidsgordels te hebben verwijderd (bijv.
om ze te wassen), verzekert u zich ervan dat ze met behulp van
de verankeringspunten weer goed worden aangebracht. De
gordels moeten opnieuw afgesteld worden. Om er zeker van te
zijn dat de gordels correct
vastgemaakt zijn (op het achtervlak van het zitje), trek dan, eens
het kind in het zitje zit en vastgemaakt is, krachtig aan het uit-
einde van de gordels.
COMFORT-KIT
De Comfort-Kit bestaat uit 2 schouderbeschermstukken en een
tussenbeenstuk.
9. Voeg de schouderriemen in de beschermstukken en voeg de
gesp in het gevoerde tussenbeenstuk (afb. 9).
VEILIGHEIDSGORDELS
10. De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem
met vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouder-
riemen, een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp,
LET OP: Voor gebruik met kinderen vanaf de geboorte tot on-
geveer 6 maanden kan het nodig zijn om de gordels te verkor-
ten om ze aan te passen aan de lichaamsbouw van het kind;
gebruik in dat geval de schouderriemen door eerst de riemen
door de twee knoopsgaten om af te stellen te steken (afb. 10).
11. Controleer of de schouderbanden de ideale hoogte voor
uw kind hebben. Stel de hoogte er anders van af (afb. 11).
12. Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet, steekt u de
2 gesptongen in de gesp (afb. 12) en stelt u indien nodig de
wijdte van de buikgordel met behulp van de gespen af.Om
de buikgordel los te maken drukt u de twee zijtongen tegelijk
in (afb. 12A).
LET OP: Om de veiligheid van het kind te garanderen moeten
de tussenbeenstukken, de buikgordel en de veiligheidsgordels
tegelijkertijd worden gebruikt.
LET OP: Na de veiligheidsgordels te hebben verwijderd (bijv.
om ze te wassen), verzekert u zich ervan dat ze met behulp
van de verankeringspunten weer goed worden aangebracht.
De gordels moeten opnieuw afgesteld worden.
BUMPER BAR
13. De zitting is voorzien van een veiligheidsbeugel. Om de
beugel vast te maken, voeg deze in de aansluitpunten van
de armsteunen (afb. 13) en zorg er voor dat de beugel goed
vastgemaakt is door deze naar zich toe te trekken. Om de
bumper bar te verwijderen, druk dan op de twee interne
toetsen zoals op afbeelding 13A en verwijder deze uit de
armsteunen. Om de plaatsing van het kind te vereenvou-
digen, is het alleen mogelijk één kant van de beugel los
te maken. De beugel kan zowel in de stand naar de straat
gericht als in de stand naar mama gericht worden gebruikt.
LET OP: Maak het kind altijd met de veiligheidsgordels vast. De
veiligheidsbeugel is GEEN bevestigingssysteem voor het kind.
LET OP: De veiligheidsbeugel mag niet worden gebruikt om
het product met het kind erin op te tillen.
MONTAGE VAN ZITTING OP WANDELWAGEN
14. Om de zitting van de wandelwagen op het frame te mon-
teren dient u de zitting in de speciale verticale koppelingen
te steken totdat u de bevestigingsklik hoort (afb. 14). Om de
zitting makkelijker op de wandelwagen te bevestigen zijn
er op de zijkanten van de zitting pijlen die de correcte uitlij-
ning aanduiden van de zitting met de haken van de verbin-
dingsstukken (afb. 14A). De zitting kan zowel naar de straat
gericht (afb. 14B) als naar mama gericht (afb. 14C) worden
gemonteerd.
LET OP: Verzeker u er voor het gebruik van dat de zitting goed
vastzit, door hem omhoog te trekken.
LET OP: Als hij niet correct vastzit, druk op de twee witte druk-
knoppen op de bevestigingen van het frame, herhaal de pro-
cedure voor het bevestigen en controleren of hij goed vastzit.
Als dat niet het geval is, neemt u contact op de klantenservice
van Chicco.
15. Om de zitting los te trekken, drukt u tegelijkertijd op de
twee knoppen op de armsteunen (afb. 15) en trekt u hem
omhoog.
36
LE
wo
DE
16
LE
ge
DE
17
GR
18
LE
kin
KA
19
LE
te
RE
20
LE
ge
rem
LE
zek
gro
ZW
21