NL
Tijdens het werken vermijd een contact met geaarde, geleidende en niet-geïsoleerde objecten zoals leidingen, verwarmingstoe-
stellen of koelkasten.
Als het gereedschap langere tijd niet wordt gebruikt, bewaar dat op een droge plaats, achter slot en buiten bereik van onbevoegde
personen.
Gebruik een zaagketting, die bij verwachte belasting past. Bij zware belasting gebruik geen zaagketting, die voor een licht werk
zijn bestemd.
Draag altijd veiligheidshandschoenen bij het vervangen, repareren en afstellen van de zaagketting.
Schakel het gereedschap uit, wanneer u dat moet transporteren. Op de geleidingsbalk met de zaagketting moet men een af-
dekking aanbrengen. De kettingzaag altijd dragen met de geleidingsbalk naar achter gericht; de geluiddemper ver van lichaam
houden.
Tijdens het werken altijd stevige helmen / veiligheidshelmen dragen.
Draag altijd veiligheidsbrillen en gelaatsbescherming; dat beschermt uw ogen, gezicht en luchtwegen tegen stof, uitlaatgassen en
houtstukken, die tijdens het zagen ontstaan.
Draag altijd passende (niet losse) beschermkleding. Draag veiligheidshandschoenen en gehoorbescherming.
Tijdens het werken houd altijd de kettingzaag met beide handen vast. Houd de motorzaag altijd stevig vast met uw rechterhand
op het achterste handvat en uw linkerhand op het voorste handvat.
Tijdens het werken de beweging van losse houtstukken te voorkomen, bijvoorbeeld met een zaagbok. Vermijd het zagen van
houtdat op de grond is geplaatst. Verwerk geen hout dat tijdens het snijden tegen verschuiving niet beschermd is.
Tijdens het werken houd de kettingzaag niet boven uw schouders. Gebruik de zaag niet wanneer u op een ladder staat. Tijdens
het werken neem een houding aan, zodat u uw armen niet vol hoeft uit te strekken.
Houd de ketting schoon. De ketting moet geslepen en gesmeerd zijn. Dit zorgt voor een effi ciënter en veiliger werk. De ketting kan
in een speciaal servicepunt worden geslepen. Voor elk gebruik controleer de toestand van de ketting. Bij vastgestelde scheuren,
gebarsten tanden of andere beschadigingen moet de ketting worden vervangen, voordat u met het werk begint.
Houd de handgrepen van de kettingzaag schoon en vrij van olie of smeervet.
Bij beschadigde of defecte zaagonderdelen. moet u het werk stoppen of uitstellen. De beschadigde onderdelen moeten voor
aanvang van de werkzaamheden worden vervangen.
Gebruik de kettingzaag zoals bedoeld d.w.z. alleen voor het zagen van hout. Tijdens het werken let op metalen onderdelen of
stenen, die in het bewerkte hout kunnen zitten.
Gebruik alleen originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan het risico van schade verhogen en tot letsels leiden.
Laat de kettingzaag uitsluitend in erkende servicepunten repareren. Die originele onderdelen gebruiken. Dat beperkt het risico
van ongevallen en schade aan het gereedschap.
Bewaar de kettingzaag in een droge en gesloten ruimte met een goede ventilatie. Leeg de brandstof- en olietank bij langdurige
opslag van de kettingzaag. De in hoofdstuk 7 beschreven onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
Het gereedschap produceert een elektromagnetisch veld van lage intensiteit. Het elektromagnetische veld kan de elektrische
apparatuur in de buurt beïnvloeden, daaronder ook pacemakers. Voordat u met het werk begint, is het raadzaam uw arts en/of
producent van pacemaker te raadplegen.
6. ALGEMENE WERKINSTRUCTIES
6.1. Zaagketting voorbereiden
Voor het eerste gebruik moet u de geleidingsbalk, de zaagketting en klauwaanslag monteren.
De montage en afstelling van de zaagketting altijd met veiligheidshandschoenen uitvoeren.
Zorg er hierbij voordat de terugslagrem in de achterste positie staat. Hierdoor wordt de (de)montage van het zijpaneel makkelijker.
Draai beide bevestigingsmoeren los en verwijder het zijpaneel.
Let op! Bij sommige modellen kan de zaag voor transport met een olie-afdichtingsplaat worden uitgerust. Voor de montage van
de geleidingsbalk moet je de kunststof afdichtingsplaat verwijderen, die op de vestigingsschroeven van zijpaneel is aangebracht.
Door de afdichtingsplaat niet te verwijderen wordt het smeren van de ketting onmogelijk; dat kan onherstelbare schaden van
kettingzaag meebrengen.
Met twee schroeven de klauwaanslag bevestigen. (III)
De geleidingsbalk en de zaagketting monteren (IV) Breng de ketting aan in de op de schakels aangegeven richting. Monteer het
zijpaneel, nadat u zich ervan vergewistdat de ketting correct in de geleidingsgroef is gepositioneerd, zodat de spanverstelling het
juiste gat op de geleidingsbalk bereikt.
Draai de moeren van het zijpaneel aan, maar nog niet vast.
De kettingspanning (V) bijstellen, om dit te doen, moet u het bovenste deel van geleidingsbalk houden en met de kettingspan-
schroef draaien, totdat de ketting in et onderste deel van geleidingsbalk zit. De bevestigingsmoeren aandraaien, de kettingspan-
ning controleren, door de ketting met uw hand te bewegen.
Stel de kettingspanning bij, indien nodig. Daarna draai de vestigingsmoeren aan.
Let op! De nieuwe ketting zal tijdens het werken zijn spanning veranderen. Daarom moet de kettingspanning vaak gecontroleerd
worden. Een losse ketting kan de geleidingsbalk en de ketting zelf beschadigen.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
103