Controleer het voldoende luchttoevoer en de ladingtoestand van de
batterij
Maak het systeem gebruiksklaar (met het gelaatsstuk gekoppeld aan het ventilatorapparaat),
maar plaats het nog niet op het gelaat.
Start de blazer door de schakelaar in de stand | te zetten. Het apparaat geeft nu een geliudssignaal.
Batterijstatus A8-A9 duidt op een volledig geladen batterij. Een lagere A-waarde is veilig maar
duidt erop dat de batterij niet vol is. De maximale bedrijfstijd vereist een volledig geladen batterij.
Hang het ventilatorapparaat om, zodanig, dat u het display tijdens het gebruik kunt
controleren. Aanwijzingen voor het opzetten van het gelaatsstuk worden in de respektieve
gebruiksaanwijzingen beschreven.
Na gebruik
Zet het ventilatorapparaat uit door de schakelaar in de stand 0 te zetten.
Het apparaat moet altijd worden uitgezet met de schakelaar, ook wanneer het apparaat
automatisch werd uitgeschakeld doordat de batterij leeg raakte.
Leg het ademhalingstoestel af, en voer het nodige onderhoud uit voor het vantilatorapparaat,
en laad de batterij op.
Reiniging
Reinig met een vochtige doek of spons. Indien nodig, kan het gebruiksklaar apparaat (mits de
ademslang aangesloten) onder een straal voorzichtig afgespoeld worden, mits de filters naar
beneden gericht worden. Zorg dat er geen water in de filters terecht komt. Vervang na een
wasbeurt altijd de filters.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. aceton, terpentijn), perslucht of water onder hoge druk.
Opslag
Opslag beschermd tegen direct zonlicht, -10 °C...+30 °C en bij een relatieve luchtvochtigheid
(RH) onder75 % (geslootene filters RH max. 95 %).
Tussentijds opladen
Het diep ontladen van de batterijen tijdens langdurige opslag kan worden voorkomen door het
ventilatorapparaat aan de oplader de houden.
Als stand-by opladen echter niet praktisch is, kunnen de batterijen tussentijds, bijv. drie maal per
jaar, worden opgeladen. Men dient voorafgaand aan gebruik de batterijen minimaal eenmaal te
ontladen en weer op te laden.
Afvoer
Zie WEEE.
Een sterk vervuild ventilatorapparaat en gebruikte filters zijn schadelijk afval; zorg voor een
correcte afvoer en verwerking, rekening houdend met de gefilterde stof (gas of partikels).
Afgedankte batterijen zijn probleemafval. Zorg voor een correcte afvoer en verwerking,
overeenkomstig de geldende milieuwetten.
Onderhoud
Het ventilatorapparaat minstens jaarlijks voor service naar een Scott-accepterede service
centrum zenden (http://www.scotthsafety.com).
Vervang opgebruikte filters. Vervang altijd alle filters tegelijkertijd.
Controleer de ademslang en vervang deze als deze beschadigd is. Vervang ook overige
onderdelen die aan vervanging toe zijn.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Aanwijzingen voor het onderhouden van het gelaatsstuk worden in de desbetreffende
gebruiksaanwijzingen beschreven.
Attentie!
Verstopte filters leiden tot overbelasting van de motor waardoor de motorleeftijd afneemt.
De capaciteit van de batterij neemt na verloop van tijd af. Opslag in een warme plaats wordt ook
de capaciteit verslechtern.
60
Proflow