nl
7. Veiligheidsmaatregelen
•
Voordat onderhouds- of reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd dient de stroomvoorziening
te worden uitgeschakeld.
•
Laat het apparaat niet werken wanneer het in contact met water kan komen. Mocht dit gebeuren
schakel dan uit bij de stroomtoevoer en haal onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
•
Blokkeer nooit de luchttoevoerroosters op de draagkoffer.
•
Houd elektrische snoeren altijd uit de buurt van verwarmde oppervlakken.
•
Plaats het apparaat op een schoon oppervlak. Plaats het apparaat niet op tapijt, waar bij gebruik
vezels in het apparaat getrokken kunnen worden.
•
Vermijd het gebruik in een kamer waar mensen roken.
•
Sla het apparaat op kamertemperatuur in een schone, droge stofvrije ruimte op.
•
Niet geschikt voor gebruik met brandgevaarlijke anesthetische gassen.
•
Verander het apparaat of zijn accessoires op geen enkele manier.
•
Zorg dat er geen vloeistof in de lichtnetaansluiting komt.
•
De vermelde prestatiegegevens zijn in overeenstemming met EN 13544-1 en zijn wellicht niet van
toepassing op medicijnen in de vorm van suspensie of hoge viscositeit, er bestaat het risico op
verandering van de distributiecurve van de deeltjesgrootte. Vraag de leveranciers van de
medicijnen om meer informatie.
•
Accessoires mogen niet gedeeld worden, omdat er een risico op infectie bestaat.
•
Niet geschikt voor anestetische ademhalingssystemen of longventilatie-ademhalingssystemen.
Opmerking: zie website voor updates aan IFU
8. Probleemoplossing
Probleem
De luchtcompressor werkt
niet bij het aanschakelen.
De verstuiverkamer borrelt of
produceert weinig of geen nevel. 2. Was de verstuiverkamer. Vervang als het probleem aanhoudt.
De tijd dat het duurt om te
vernevelen verhoogt aanzienlijk. 4. Geef de compressor een onderhoudsbeurt.
56
Actie
Als het groene lampje in de netschakelaar aan is, maar de motor
werkt niet, dan is er een interne fout. Het apparaat dient te worden
teruggestuurd naar het punt van aankoop of een geautoriseerde
persoon om te worden nagekeken.
Als het/de groene lampje(s) op de schakelaars niet verlicht is/zijn:
1. Controleer of het netsnoer aan beide einden goed aangesloten is.
2. Verwijder bij apparaten met een 3-polige stekker (VK) de zekering
in de stekker en controleer dit. Zekering - 3.15AL 25mm long.
3. Controleer de netzekering in het bedieningspaneel.
Zekering - T1AL 20mm long.
4. Verbreek de stroomtoevoer naar het apparaat. Controleer de
netzekering in de lichtnetaansluiting.
1. Controleer de inlaatfilter. Vervang waar nodig.
3. Controleer of en geen kink in de slang is of dat hij lekt. Vervang
waar nodig.