10. Verhelpen van de storing
Bij een storing moet er een erkende
elektricien worden geraadpleegd. Reparaties
mogen uitsluitend door een elektricien
worden uitgevoerd.
Levensgevaar door elektrische
schok tijdens het werken aan
de elektrische aansluiting.
GEVAAR
Vóór de toegang tot de
aansluitklemmen alle
voedingsstroomkringen
uitschakelen. Netzekering
uitschakelen, tegen opnieuw
inschakelen borgen en een
waarschuwingsbord zichtbaar
aanbrengen.
Een storing kan bijv. door een verhoogde
transportmiddeltemperatuur of door het
blokkeren van de ventilatormotor optreden.
Als de ventilatormotor te heet wordt,
reageert de thermische overbelas-
tingsbeveiliging. Deze schakelt bij
een thermische overbelasting de
motor af en na afkoeling schakelt de
ventilator automatisch weer in.
1. Ventilatormotor laten afkoelen.
2. Controleer of de netzekering ingeschakeld
is en de ventilator na afkoeling
automatisch weer begint te draaien.
3. Eventueel het apparaat conform hoofdstuk
9 reinigen.
4. Omgevingscondities conform hoofdstuk 4
veiligstellen.
5. Als de storing blijft bestaan of opnieuw
optreedt, schakel dan de netzekering uit
en raadpleeg een erkende elektricien.
11. Reserveonderdelen
Aankoop en inbouwen van de
reserveonderdelen uitsluitend door
een erkend installateur.
Pos.
Benaming
1
Buitenklep
compleet
Type
Artikelnr.
15
0059.0144.9000
15 P
10. Verhelpen van de storing │ nl
2
Flenshuls
compleet
2
Flenshuls
compleet
2.1
Motor met
bouten
2.2
Waaier met
spanring
3
Binnenhuis
compleet
3
Binnenhuis
compleet
13
Trekschakelaar
compleet
Bij vragen
Maico Elektroapparate-Fabrik GmbH
Steinbeisstraße 20,
78056 Villingen-Schwenningen, Duitsland
Tel. +49 7720 694445 / Fax +49 7720 694175
E-mail: ersatzteileservice@maico.de
12. Demontage
De demontage mag uitsluitend door
een erkende elektricien ( hoofd-
stuk 1) worden verricht.
Levensgevaar door elektrische
schok.
GEVAAR
Vóór de toegang tot de
aansluitklemmen alle
voedingsstroomkringen
uitschakelen. Netzekering
uitschakelen, tegen opnieuw
inschakelen borgen en een
waarschuwingsbord zichtbaar
aanbrengen.
13. Afvalverwijdering
Niet bij het restafval.
Het apparaat bevat gedeeltelijk
recyclebare stoffen, gedeeltelijk
substanties die niet bij het restafval
mogen komen.
Voer het apparaat na afloop van zijn
levensduur volgens de voor uw land
geldende bepalingen af.
15
E059.0140.9000
15 P
E059.0140.9100
15
0156.0093.0001
15
0061.0119.0000
15 P
15
0059.0141.9000
15, P
E059.0141.9100
15 P
E157.0794.0000
51