STORINGZOEKEN
Symptoom
De motor wil niet
1. Er is geen benzine in de tank.
starten.
2. De gashendel staat op "UIT".
3. Benzinekraan staat dicht.
4. De bougiekabel is niet goed
vastgemaakt of is helemaal los.
5. De bougie is defect of de elektrode-
afstand is niet juist.
6. De motor is "verzopen".
Het starten gaat moeilijk
1. Vuil in de benzinetank.
of er is
2. Het luchtfilter is vervuild.
vermogensverlies.
3. Er bevindt zich water in de benzinetank
of in de carburateur.
4. Het luchtgat in de dop van de
benzinetank is verstopt en/of de
carburateur is vervuild (*).
Onregelmatige werking 1. De bougie is defect of de
elektrode-afstand is niet juist.
2. Het luchtfilter is vervuild
De motor wordt te heet. 1. De elektrode-afstand van de bougie is
niet juist.
2. Het luchtfilter is vervuild.
3. De koelribben van de motor zijn
vervuild (*).
4. Een te laag oliepeil.
5. Het vliegwielscherm, onderde
repeteerstarter is verstopt met blad of
gras (*).
De maaimachine trilt
1. De bouten van de mes- of van de
meer dan normaal.
motorbevestiging zijn los.
2. Het mes is niet in balans.
(*) Deze onderhoudswerkzaamheden moeten door een onderhoudsdealer
worden uitgevoerd, tenzij de gebruiker over de juiste gereedschappen en de
benodigde ervaring beschikt.
Mogelijke oorzaak
VERVOER
Blz
5
Zet de machine niet op de kant om hem te
vervoeren. Lekkende benzine en olie kunnen bra veroorzaken!
7
7
BEREID DE GAZONMAAIER ALS VOLGT OP
-
VERVOER VOOR
1. Plaats de gashendel in positie
10
"UIT".
2. Neem de bougiekap los.
7
3. Sluit de benzinekraan.
Bij plaatsgebrek, demonteer de
grasvangzak
(zie Blz
-
9
NB: Tijdens het opklappen van de
stuurboom moet men controleren
-
of er geen knik in de kabels zit of
dat ze verbogen of te strak
-
gespannen zijn.
HRH536:
4. Draai de 4
bevestigingsschroeven [1] los
om de stuurboom in te
10
klappen.
9
HRD536:
4. Trek de einden van de
stuurboom uit de sleuven [2] en
klap de stuurboom [3] naar
voren.
10
9
-
LADEN VAN DE MAAIER
7
VOORZICHTIG:
• Gebruik een laadplank om de machine op een aanhanger of in
-
een vrachtwagen te laden.
• Probeer nooit de machine onder een hellingshoek van meer dan
15° (26%) te laden.
• Vervoer de maaier horizontaal, met alle vier wielen op de
laadvloer.
• Schakel nooit de aandrijfkoppeling in wanneer u de gazonmaaier
11
achteruit duwt, aangezien dit de koppeling beschadigt.
• Vervoer de machine horizontaal, op de vier wielen.
11
• Blokkeer de vier wielen en sjor de machine vast.
• Sjorringen mogen niet op de gashendel, de
meskoppelingshendel, de benzinetank en de bedieningskabels
dragen.
WINTERBERGING
VOORBEREIDINGEN
Wanneer de gazonmaaier langer dan een
maand niet gebruikt zal worden of voor de winter wordt weggezet,
dient u de onderstaande werkzaamheden uit te voeren.
Wacht met het legen van de benzinetank tot de motor en de
uitlaat volkomen zijn afgekoeld.
[1]
5).
[2]
[2]
C11
C18
VEILIGHEID
[3]
B3
D2
D3
D4
VEILIGHEID
13 NL