Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Opslag
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel en beschadi-
ging! Let op het gewicht van het apparaat
bij opslag.
Het apparaat mag alleen binnen worden
opgeborgen.
Onderhoud
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Verwijder vóór alle
werkzaamheden aan het apparaat de Intel-
ligent Key en trek de netstekker van het op-
laadapparaat uit.
Vuilwater en resterend schoon water
aflaten en verwijderen.
Onderhoudsschema
Onderhoudsintervallen
Aanbevolen reinigingswerkzaamheden
worden na bepaalde reinigingsintervallen
op het display weergegeven.
Wanneer de overeenkomstige weerga-
ve verschijnt, onderhoudswerkzaam-
heid uitvoeren.
Infotoets indrukken, de weergave wordt
gereset. Na vooropgestelde tijdsinter-
vallen verschijnt de weergave opnieuw.
Displayweergave
Weergave al-
les
Zuigbalk reinigen
20 uren
Pluizenzeef reinigen
20 uren
Waterfilter reinigen
50 uren
Zuiglippen controleren 100 uren
Borstels controleren
100 uren
Service-reset
200 uren
Instructie: Een service-reset zet ook alle
onderhoudsintervallen terug.
52
Na elk bedrijf
LET OP
Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat
niet met water schoon en gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
Vuil water aflaten.
Vuilwatertank met zuiver water uitspoe-
len of met het vuilwatertankspoelsy-
steem (optie) reinigen.
Grofvuilfilter uit de vuilwatertank nemen
en reinigen.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Reinig de beschermzeef van de turbi-
ne.
Alleen BR variant: lade voor grof vuil
verwijderen en leegmaken.
Alleen BR variant: Waterverdeelgoot
reinigen (zie "Onderhoudswerkzaam-
heden").
Zuiglippen en schraaplippen reinigen,
op slijtage controleren en indien nodig
vervangen.
Borstels op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
Sluiting van vuilwatertank naar binnen
drukken en deksel van de vuilwatertank
zo sluiten, dat een kier voor het drogen
open blijft.
Batterij laden:
Als de ladingstoestand minder is dan
50%, de batterij volledig en zonder on-
derbrekingen opladen.
Als de ladingstoestand meer is dan
50%, de batterij alleen opladen wan-
neer u bij het volgende gebruik de vol-
ledige bedrijfsduur nodig hebt.
Wekelijks
Bij regelmatig gebruik de batterij min-
stens een keer per week volledig en
zonder onderbreking opladen.
Maandelijks
Accupolen op roest controleren, zo no-
dig afborstelen. Erop letten dat de ver-
bindingskabels goed vast zitten.
Afdichting tussen vuilwaterreservoir en
deksel reinigen en op dichtheid contro-
leren, indien nodig vervangen.
Bij niet-onderhoudsvrije accu's, zuur-
dichtheid van de cellen controleren.
Borsteltunnel reinigen (alleen BR vari-
ant).
Bij een langere stilstandtijd het appa-
raat alleen met volledig opgeladen bat-
terijen afzetten. Minstens een keer per
maand de batterij opnieuw volledig op-
laden.
6
-
NL
Jaarlijks
Voorgeschreven inspectie door klan-
tendienst laten uitvoeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Beschermzeef van de turbine reinigen
Deksel vuilwatertank openen.
Duw de klikhaken samen.
Verwijder de vlotter.
Draai de beschermzeef van de turbine
tegen de klok.
Neem de beschermzeef van de turbine
weg.
Spoel het vuil op de beschermzeef van
de turbine af met water.
Breng de beschermzeef van de turbine
opnieuw aan.
Breng de vlotter aan.
Vuilwatertankspoelsysteem (optie)
Vuil water aflaten, zie paragraaf „Vuil
water aflaten".
Deksel vuilwatertank openen.
Flexibele sluiting van het spoelsysteem
aftrekken.
Waterslang met het spoelsysteem ver-
binden.
Deksel vuilwaterreservoir sluiten tot het
op de flexibele sluiting ligt.
Watertoevoer openen en het vuilwater-
reservoir gedurende ca. 30 seconden
spoelen.
Zo nodig het spoelen 2 tot 3 keer herhalen.
Watertoevoer dichtdraaien en slang
weer van het apparaat nemen.
Flexibele sluiting opnieuw op de aan-
sluiting steken. Deksel van het vuilwa-
terreservoir om te drogen een beetje
open laten.