Gebruiksaanwijzing
Monteren
De montage van het gereedschap
is weergegeven op de pagina met
afbeeldingen (afbeelding 6) van
deze gebruiksaanwijzing.
Afvoeren
Verpakkingsresten, oude
apparaten, enz. moeten volgens de
geldende voorschriften worden
afgevoerd.
Bedienings- en
weergaveelementen
Let op Schade aan de machine
Hier worden eerst de functies van de
bedienings- en indicatie-elementen
beschreven. Bedien nog geen van
de beschreven functies.
Afbeelding 1
1 Veiligheidsbeugel
2 Stuurstang
3 Greep van trekstarter
4 Vleugelmoer ter bevestiging van
de stuurstang
5 Stootbescherming
6 Wiel
7 Deflector
8 Snijkop
9 Snijdraad
10 Huis
11 Motor
Bediening
Raadpleeg ook de aanwijzingen in
het handboek bij de motor.
Gevaar
!
Ongeval
Verwondingsgevaar door naar
buiten geslingerde stenen of
andere voorwerpen.
– Personen, kinderen of dieren
mogen zich bij het maaien nooit
in de buurt van de machine
bevinden.
– Tijdens de werkzaamheden altijd
veiligheidsschoenen, lange
broek, nauw sluitende kleding,
gehoorbescherming en
veiligheidsbril dragen.
Val
– Gebruik de machine alleen
stapvoets.
– Wees bijzonder voorzichtig als u
achteruit maait en u de machine
naar u toe trekt.
– Bij het maaien op steile hellingen
kan de machine kantelen en u
kunt gewond raken. Maai altijd
dwars op een helling, nooit
omhoog of omlaag. Maai niet op
hellingen met een stijging van
meer dan 15°.
– Wees bijzonder voorzichtig
wanneer u van rijrichting
verandert en let altijd op dat u
stevig staat.
– Er bestaat verwondingsgevaar
bij het maaien aan de grens van
een gazon. Maaien in de buurt
van randen, heggen of steile
hellingen is gevaarlijk. Houd bij
het maaien de veiligheidsafstand
aan.
– Bij het maaien van nat gras kan
de machine wegglijden door
verminderde grip op de grond en
u kunt vallen. Maai alleen als het
gras droog is.
– Werk alleen bij daglicht of bij
voldoende kunstlicht.
Verwonding
– De door de stuurstang gegeven
veiligheidsafstand tot het
rondlopende gereedschap moet
altijd in acht worden genomen.
– Het werkbereik van de bediener
bevindt zich tijdens gebruik
achter de stuurstang.
– Bij het starten achter het
gereedschap gaan staan.
– Houd nooit uw handen of voeten
onder draaiende delen.
– Gebruik de machine niet bij
slechte weersomstandigheden of
bij kans op regen of onweer.
– Stop de motor en wacht tot het
maaigereedschap tot stilstand is
gekomen:
– voordat u de machine kantelt,
– voor het verplaatsen van de
machine over een ander
oppervlak dan gras.
– Zet de motor uit. Om onbedoeld
starten van de motor te
voorkomen: Motor laten afkoelen
en bougiestekker lostrekken,
– voordat u de machine
controleert, reinigt of instelt en
voordat u werkzaamheden aan
de machine uitvoert,
– als een voorwerp is geraakt;
gereedschap op beschadiging
controleren en bij beschadiging
een gespecialiseerd bedrijf
raadplegen,
– als de machine ongewoon te
trillen begint. Controleer de
machine onmiddellijk.
– Til of draag nooit een machine
met lopende motor.
– Controleer het gebied waar wordt
gewerkt en verwijder alle
voorwerpen die meegenomen en
weggeslingerd kunnen worden.
– Als het maaigereedschap een
voorwerp (bijvoorbeeld een
steen) raakt of als de machine
ongewoon begint te trillen: Zet de
motor uit. Machine vóór verder
gebruik door een gespeciali-
seerde werkplaats op schade
laten onderzoeken.
Verstikkingsgevaar door
koolmonoxyde!
Laat de verbrandingsmotor alleen
buitenshuis lopen.
Explosie- en brandgevaar
– Benzinedampen zijn explosief en
benzine is zeer brandbaar.
– Voeg brandstof toe voordat u de
motor start. Houd de tank
gesloten wanneer de motor loopt
of nog heet is.
– Tank alleen met brandstof vullen
als de motor is uitgeschakeld en
afgekoeld. Voorkom open vuur
en vonkvorming en rook niet. Vul
de tank uitsluitend buitenshuis.
– Als brandstof is gemorst, mag u
de motor niet starten. Verwijder
de machine van de plaats waar
de brandstof is gemorst en wacht
tot de brandstofdampen
vervluchtigd zijn.
– Ter voorkoming van brand-
gevaar dient u de volgende delen
vrij van gras en naar buiten
komende olie te houden:
– Motor
– Uitlaat
– Benzinetank.
Gevaar voor struikelen
– Gebruik de machine alleen
stapvoets.
Nederlands
29