Gebruiksaanwijzing
Probleem
Motor start niet.
Onregelmatig onbelast lopen van de
motor.
Motor oververhit.
Ongewone geluiden (gerammel,
geratel, geklepper).
Schokken, trillingen.
Slecht maaivermogen.
Mogelijke oorzaak
Brandstof oud of vuil.
Luchtfilter vuil.
Choke niet bediend.
Primer niet bediend bij koude
start.
Bougiestekker defect.
Elektrodenafstand van de bougie
niet correct.
Luchtfilter vuil.
Motoroliepeil te laag.
Motorkoeling gestoord.
Schroeven, moeren of andere
bevestigingsonderdelen zijn
losgeraakt.
Snijkopbevestiging is losgeraakt. Beide vleugelmoeren aan de snijkop
Snijkop beschadigd.
Motorbevestiging losgeraakt.
Snijdraad te kort of versleten.
Aandrijfriem van de snijkop
beschadigd of versleten.
Gras te vochtig.
Sterke afname van het
motorvermogen.
Oplossing
Vervang de brandstof door verse
brandstof.
Reinig het luchtfilter.
Choke bedienen.
Bedien de primer.
Door een gespecialiseerd bedrijf laten
vervangen.
Elektrodenafstand corrigeren (zie
motorhandboek).
Reinig het luchtfilter.
Motorolie bijvullen.
Omgeving van de motor reinigen.
Maak de onderdelen vast. Als de
geluiden blijven: Ga naar een
gespecialiseerd bedrijf.
weer vastdraaien.
Door een gespecialiseerd bedrijf laten
vervangen.
Motor laten vastzetten door een
reparatiebedrijf.
Nieuwe snijdraad monteren.
Door een gespecialiseerd bedrijf laten
vervangen.
Laat het gazon drogen.
Snijhoogte groter kiezen, indien nodig
twee keer maaien.
Nederlands
33