Verwijder de accu voor u
aanpassingen aanbrengt aan
de zaag of deze onderhoudt of
reinigt.
Mag niet blootgesteld worden
aan regen. Mag niet worden
gebruikt in vochtige omgevingen.
Bescherm de accu tegen open
vuur en warmtebronnen.
Bescherm de accu tegen water,
vloeistoff en en vocht.
Speciale veiligheidsinstructies
Draag altijd een helm, beschermende
handschoenen en een veiligheidsbril als
u de snoeizaag gebruikt. Een paar stevige
werkhandschoenen kunnen de trillingen in
uw handen verminderen.
Gebruik altijd veiligheidshandschoenen
wanneer u de zaagketting hanteert. Plaats
nooit uw hand of vingers naast het blad
terwijl de zaagketting draait.
Zorg dat mensen en dieren op een afstand
van 3 meter bij de snoeizaag vandaan blijven
wanneer deze is ingeschakeld. Laat de
snoeizaag nooit door kinderen gebruiken.
Houd er rekening mee dat het geluid
van de snoeizaag ervoor kan zorgen dat
u waarschuwingen of andere geluiden
niet kunt horen. Houd rekening met uw
omgeving wanneer u de snoeizaag gebruikt.
Houd de snoeizaag altijd met twee handen
vast. Houd de snoeizaag altijd vast met uw
rechterhand op de achterste handgreep en
uw linkerhand op de voorste handgreep.
Gebruik de snoeizaag niet terwijl u op een
ladder staat, op een tak zit etc.
Ga nooit onder de tak staan die u zaagt. Deze
kan plotseling vallen.
Gebruik de snoeizaag nooit in een hoek van
meer dan 60° ten opzichte van de grond.
Let op vallende takken als u de snoeizaag
gebruikt.
Let op uw evenwicht wanneer u de
snoeizaag gebruikt. Gezaagde takken op de
grond kunnen ervoor zorgen dat u erover
valt.
Werk op hellingen altijd omhoog.
Zaag altijd met de onderzijde van het blad en
zaag niet met het uiteinde van de zaag. Let
op: de snoeizaag kan trillen of terugslaan als
u zaagt met het uiteinde van de zaag.
Alleen voor gebruik buitenshuis. Gebruik
de zaag niet in regenachtige of natte
omstandigheden of omgevingen.
De snoeizaag mag niet gebruikt worden voor
bosbouwwerkzaamheden, maar alleen voor
snoeien en licht velwerk in privétuinen.
Zorg ervoor dat de snoeizaag altijd gesmeerd
is.
Laat de zaagketting niet in contact komen
met het te bewerken item of andere
voorwerpen wanneer u de snoeizaag aanzet.
Draag de snoeizaag nooit terwijl de
zaagketting draait. Schakel de snoeizaag uit
tussen meerdere zaagwerkzaamheden.
Controleer of er geen spijkers, schroeven
of andere objecten die de zaagketting
kunnen beschadigen aanwezig zijn in het
te zagen item en dat er geen vergelijkbare
belemmeringen in de buurt aanwezig zijn
die de zaag kunnen beschadigen.
NL
83