Opmerking! Smeer de zaagketting en het
blad tijdens het werken regelmatig met
behulp van een paar druppels kettingolie in
de groef op het blad.
De zaagketting slijpen
1. Plaats het blad in een bankschroef.
2. De zaagtanden wijzen afwisselend in de
tegenovergestelde richting van elkaar.
Slijp eerst de ene set tanden met een
ronde vijl, draai de snoeizaag daarna om
en slijp de andere set tanden. De tanden
moeten geslepen worden vanaf de
zijkant waar ze uitsteken.
Markeer de eerste tand met een pen
of een soortgelijk hulpmiddel zodat u
kunt zien wanneer u alle tanden van de
zaagketting hebt geslepen.
3. Plaats de vijl tegen een tand en duw
de vijl naar voren. Trek de vijl niet naar
achter, maar til hem op en vijl weer in
voorwaartse richting.
Haal de vijl even vaak over elke tand. De
bovenkant van de vijl moet ongeveer 1/5
boven de tand uitsteken.
4. Vijl ten slotte de oplegstukken met
behulp van een dieptemeter en een
platte vijl. De oplegstukken moeten
allemaal dezelfde hoogte hebben en
ongeveer 0,65 mm lager zijn dan de
tanden.
Reiniging en onderhoud
Reinig de snoeizaag door de buitenkant
schoon te vegen met een vochtige doek.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen stof-
en vuilvrij zijn.
Gebruik nooit corrosieve of agressieve
reinigingsmiddelen, omdat ze de kunststof
onderdelen van de snoeizaag kunnen
beïnvloeden.
Verwijder de zaagketting en het blad en
reinig de groef in het blad regelmatig.
Verwijder de afdekking en veeg het gebied
rond het tandwiel en de knop van de
kettingspanner schoon met een zachte
borstel.
Slijp de tanden met een zaagkettingvijl of
elektrische slijper. Wees voorzichtig bij het
slijpen van de tanden. Laat de zaagketting
slijpen door een expert.
Vervang de zaagketting wanneer de tanden
helemaal zijn versleten.
Controleer regelmatig het blad en
kettingwiel op slijtage en vervang deze
indien nodig.
Plaats altijd de beschermkap (14) over het
blad als u de snoeizaag vervoert of opslaat.
NL
89