● Als het kinderzitje op de voorbank wardt geïnstalleerd, deactiveer dan de airbag of
verplaats de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren (raadpleeg de handleiding van
de auto).
● Het wordt aanbevolen om het autostoeltje alleen op de achterbank van de auto te
installeren.
● Raadpleeg de handleiding van de auto voor tips over de geschiktheid van het autobank
voor gebruik met een kinderzitje.
● Alleen geschikt voor installatie als de goedgekeurde voertuigen zijn uitgerust met
driepuntsgordels die volgens VN / ECE-Reglement nr. 16 of andere gelijkwaardige normen
zijn goedgekeurd.
● Denk eraan dat alle gordels die het kinderstoeltje aan het voertuig bevestigen, strak
moeten zijn; de gordels van het kinderzitje waren aan zijn lichaamsstructuur bevestigd
en de gordels / riemen waren niet gedraaid.
● Het autostoeltje moet na een auto-ongeluk worden vervangen.
● Het autostoeltje mag niet worden gewijzigd.
● Bescherm het autostoeltje tegen direct zonlicht, anders kunnen verwarmde onderdelen
bij uw kind brandwonden veroorzaken.
● Laat uw kind nooit zonder toezicht in het stoeltje zitten.
● Zorg dat bagage en andere voorwerpen voldoende zijn vastgezet, met name op de plank
onder de achterruit, omdat deze bij een botsing letsel kunnen veroorzaken.
● Het autostoeltje kan niet zonder stoelbekleding worden gebruikt.
● Gebruik geen vervangende bekleding, anders dan aanbevolen door de fabrikant, omdat
deze een integraal onderdeel is van het veiligheidssysteem van het stoeltje.
● Het wordt aanbevolen om de gebruikershandleiding van het autostoeltje tijdens het
gebruik te bewaren.
● Gebruik geen andere bevestigingspunten dan die beschreven in de instructies en
aangegeven op het kinderzitje.
● Alle harde en plastic delen van het kinderzitje moeten zodanig worden geplaatst en
geïnstalleerd dat ze onder normale gebruiksomstandigheden van het voertuig niet
kunnen worden ingesloten door de schuifzitting of de deur van het voertuig.
● Controleer regelmatig de technische staat van het veiligheidsharnas, let vooral op
bevestigingspunten, naden en afstelelementen.
● Gebruik het autostoeltje niet meer als de onderdelen ervan zijn beschadigd of los na een
autoongeval.
● Bij een noodgeval van is het belangrijk dat de veiligheidsgordels snel worden
vastgemaakt. Dit betekent dat de ontgrendelknop van het tuigje niet volledig is beveiligd,
zorg ervoor dat uw kind weet dat hij niet met de gesp moet spelen.
● Gebruik de stoel niet thuis. Het is niet geschikt voor thuisgebruik en mag alleen tijdens
autoreis worden gebruikt.
● De achterkant van de rugleuning moet plat op de rugleuning van de autostoel rusten. Het
is belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen ongewenste ruimte is tussen de rugleuning
van het autostoeltje en de rugleuning van de voertuigstoel. Sommige autohoofdsteunen
57